3 Maart 1930 35
gelang er vraag en aanbod, is, welk standpunt in strijd is met de
algemeene Christelijke beginselen. (Ie afd.në 1316).
Op voorstel van den Voorzitter wordt dit adres voor kenni
geving aangenomen.
48.EIGENDOMMEN (3e afd.n§ 1232).
De Voorzitter deelt vervolgens mede dat bij Raadsbesluit van
10 Februari j.l.nê 1232 van P.Kalff te Amsterdam in schenking is.
aanvaard een gedeelte van het peroeel kad.bekend in Sectie G.n2
3549 ter grootte van ongeveer 80 M2Nader is echter gebleken
dat bedoelde grond, destijds uitmakende een gedeelte van het ka
dastrale perceel Sectie G.n§ 34-35reeds door de gemeente in
schenking is aanvaard bij raadsbesluit van 13 Ree1927*n°5~3~8,
goedgekeurd door de Ged.Staten bij besluit van 10 Jan.1928, afd.3 d.
nê I(-06O/87. De overdracht van dien grond heeft nog niet plaats
gehad, aangezien de in het besluit van 13 Dec.1927 genoemde eige
naar den grond inmiddels had verkocht, en de nieuwe eigenaar thans
voorzoover zijn eigendom betreft, tot grondafstand is bereid ge
vonden. Spreker stelt mitsdien voor te besluiten:
I. in te trekken de bij het Raadsbesluit van 13 Dec.1927*n§ 12— 3
38 aanvaarde schenking van grond, van D.Radstok te Soest, vermeld
onder I in laatstgenoemd besluit, voorzoover deze schenking het
toenmalige perceel Sectie G.nê 3d-35 betreft;
II. te handhaven zijn besluit van 10 Februari 1930,n§ 1232,
De heer Gasille informeert omtrent de ligging van bedoelden
grond
De Voorzitter antwoordt dat bedoelde grond gelegen is aan de
ijnand. Toplaan.
Zond.er hoofdelijke stemming wordt hierna het aangeboden ont-
werp-besluit vastgesteld.
49.RONDVRAAG.
De heer Busch vraagt of de gemeentelijke arbeidsbeurs alleen
ingesteld, is voor particulieren of dat ook het gemeentepersoneel
door middel van die beurs wordt aangenomen.
Wethouder Koenders zegt dat deze beurs ook voor de gemeente
is
De heer Busch kan zich dan niet begrijpen dat de gemeente
de arbeidsbeurs passeert. Op 25 Nov.1929 werd n:l: een timmerman,
zijnde W.van Eek, als voorman aangenomen, terwijl hij sluchts 2 0
dagen werkloos was en op hetzelfd.e tijdstip 11 personen stonden
ingeschreven, waarvan minstens 7 timmerlieden. De betrokken Wet
houder dient zich naar Sprekers oordeel in de allereerste plaats
te wenden tot de arbeidsbeurs. De eerst ingeschrevenen dienen ook
het eerst voor plaatsing in aanmerking te komen. Hier werden 11
menschen gepasseerd, waarond.er zeer bekwame krachten waren.Spre
ker is van oordeel dat een dergelijke handelwijze noch de ge
meente, noch den betrokkene, die bestuurslid van een vakbond, is,
past
Wethouder Koenders meent dat de heer van Eek bij de werkver-
schaffing was geplaatst.
De heer Busch zegt dat bedoelde persoon niet bij de werkver
schaffing was geplaatst, hetgeen door den heer Gasille wordt be
vestigd,.
De heer Busch, die er op wijst dat de betrokkene niet eens
met fatsoen was ingeschreven, zegt dat hier een grove onbillijk
heid is begaan.
Wethouder Koenders zegt een onderzoek toe.
De heer