56, --- 7 April 1930 --- een rieten dak. Spreker stelt deze vraag omdat aan den heer de Bruijn vergunning verleend is om in de onmiddellijke nabijheid van de spoorlijn een schuur met een rieten dak te bouwen. De Voorzitter zegt dat de laatstbedoelde aangelegenheid onderzocht zal worden. De heer Busch vraagt vervolgens welk werk verricht zal wor den aan dc Batenburglaan. Spreker heeft nl. gezien dat ter plaatse vele planken aangevoerd zijn, terwijl vele arbeiders te werkgesteld zijn. Men heeft Spreker gezegd, dat een parkeerter rein gemaakt zal worden, doch Spreker vindt zulks wel wat over dreven. Hier worden meer de belangen van den heer Couturier gediend dan het gemeentebelang. Wethouder Koenders licht toe dat ter plaatse alleen een parkeerterrein wordt gemaakt; voorts worden eeniga banken met eenige beplanting aangebracht. Een en ander is met het oog op het verkeer gewgnscht, terwijl in dit opzicht overleg is ge pleegd met d.en Inspecteur van Politie. De te maken kosten worden bestreden uit het indertijd toegestane cradiat. Dk heer Busch wijst er vervolgens op dat het wenschelijk is dat men met de wals eens over de Bosstraat gaat. Voorts zegt Spreker dat de verkeerspijltjes op de wegen zeer onoordeelkundig aangebracht zijn. Spreker vraagt voorts nog of B. en W. weten dat de hulpkeurmeester in dienst is van de Slagersvereeniging als boekhouder, en daarvoor een vergoeding ontvangt van 5^0,= per jaar. Spreker acht zulks niet gewenscht in verband met een goede uitoefening van de^functie van hulpkeurmeester, die toch ook bij de slagers controle moet uitoefenen. Spreker weet dat een der slagers reeds gezegd heeft dat men nooit geen last zal hebben als de knecht de baas controleert. De Voorzitter en Wethouder Endendijk zeggen dat de toedracht van zaken geheel anders is. De heer van Klooster zegt dat deze zaak ook de aandacht heeft getrokken van de commissarissen der N.V.. Centrale Slacht plaats. Zij hebben reeds de Slagersvoreeniging in overweging ge geven een anderen boekhouder aan te stellen. De heer Drost ont vangt echter geen vergoeding voor die werkzaamheden. De heer van Doorne, die de regeling ook niet goedkeurt, wij at er nog op dat de hulpkeurmeester krachtens zijno functie zeer goed in de gelegenheid is die werkzaamheden te verrichten, en dat aan een en ander slechts weinig arbeid verbonden is. De heer Busch meent te weten dat de heer Drost wel eenige vergoeding voor dat werk ontvangt. Spreker zal voorts gaarne vernemen of het besluit tot stichting van een badhuis reeds door Ged.Staten goedgekeurd is. De Voorzitter zegt dat bedoelde goedkeuring nog niet ver leend is. De Voorzitter sluit vervolgens de vergadering te plm. 11 uur. Aldus vastgesteld door den Raad der gemeente Soest in de openbare vergadering van *0 Mei 1930. k n DE SECRETARIS, )E VOORZITTER,

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1930 | | pagina 148