23 juni 1930 83.
de balans. Hier is een buitengewoon mooi stuk werk geleverd.
De Voorzitter sluit zich bij deze woorden aan.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming tot voorloopige
vaststelling van de rekening overgegaan, zulks overeenkomstig
de voorstellen van B. en W.
108.COMPTABILITEIT. (4e afd.nr.184).
Vaststelling van een besluit tot belegging van gelden.
Wegens uitloting van de in het besluit genoemde tot het be
zit der gemeente toebehoorende effecten wordt voorgesteld een
bedrag van zoo na mogelijk 2000,= rentegevend te beleggen door
aankoop van obligatiën van geldleeningen ten laste van den Staat
der Nederlanden, van Nederlandsch Indie, van een provincievan
femeenten met uitzondering van de gemeente Soest en/of van de
ank voor Nederlandsche Gemeenten te s~Gravenha,ge.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
dit besluit vastgesteld.
109.COMPTABILITEIT.(4e afd.nrs.2l/76, 21/72 en 22/1J).
Vaststelling van besluiten tot wijziging der gemeentebe-
grooting 1929 en 193° en bedrijfsbegrooting.
De heer Gasille vindt de toelichting op de posten volgnos.
343 en 344 in de begrootingswijziging no.21/72 zeer onduidelijk.
Op post 343 is een overschot van 1041,61, terwijl post 344
overschreden is met 1715,86. In de begrootingswijziging staat
wel vermeld dat de uitgaven zeer moeilijk te scheiden zijn op de
ze posten, doch Spreker moet de toelichting omtrent het tekort
op post 344 zeer onvoldoende noemen.
De Voorzitter licht toe dat de hierbedoelde uitgaven inder-
daad^ zeer moeilijk te scheiden zijn. Wanneer een vrachtauto voor
tweeërlei doeleinden gebruikt wordt, n.1. voor den dienst Openba
re Werken en voor de stofbestrijding, dan is het zeer moeilijk te
zeggen op welken post de uitgaven moeten worden gebracht. Hierbij
komt nog dat in de oorspronkelijke raming niets was uitgetrokken
voor onderhoud van de in den loop van het jaar aangeschafte
nieuwe Eord-autovrachtwagen.
De heer Gasille is van oordeel dat splitsing der uitgaven
zeer wel mogelijk is, doch uit een en ander blijkt dat de boek
houding bij den dienst Openbare Werken veel te wenschen overlaat.
De administratie bij dien dienst is zeer verkeerd ingericht, en
het toezicht opddie administratie laat veel te wenschen over. Wan
neer B. en W. die administratie eens zouden nagaan, zouden zij
tot een zelfde conclusie komen.
De heer Busch wijst er eveneens op dat het hier een kwestie
is van een onvoldoende administratie bij den dienst Openbare
Werken.
De Voorzitter zegt nog dat het de bedoeling is dat een la
tere verrekening zal plaats hebben.Spreker licht verder toe dat
de administratie bij den dienst Openbare Werken is gewijzigd en
dat de controle in den laatsten tijd hoe langer hoe intensiever
wordt. Spreker hoopt dus dat de administratie beter zal worden.
De heer Gasille, die gaarne zekerheid wil hebben omtrent
eene verbetering der administratie, verzoekt B. en W. hun aan
dacht ten volle aan die administratie te wijden, zoodat een ver
betering der boekhouding te verwachten is.
De begrootingswijzigingen nrs.21/76 en 21/72 worden hierna
zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
De