26 November 193 0 --1CtF.
vallene door de krant van algemeene bekendheid is geworden,
vraagt, wat Burgemeester en Wethouders zullen doen om een
herhaling van het voorgevallene te voorkomen. Sprekerr die reeds
vroeger bij de behandeling van de slachthuisplannen zich een voor
stander van een gemeentelijk abattoir heeft verklaard en op eventuec
bezwaren van den huidigen vorm heeft gewezen, doch bij de verlee
ning van de 100$ hypotheek loyaal heeft medegewerkt, acht den
invloed van Burgemeester .en Wethouders in de N.V. veel te gering,
terwijl de 3 gemeentelijke commissarissen een wassen neus zijn. Sprt
ker die .er op wijst, dat bij miltvuur, de afloop in 70$ van de
gevallen doodelijk is, dringt er op aan krachtdadige maatregelen
te nemen. De proef met bloodinspuiting op een muis gehouden
heeft het gevaar der ziekte afdoende aangetoond.
De Voorzitter deelt hierop mede, dat maatregelen deels zijn
getroffen en deels nog getroffen zullen worden.
De heer de Bruijn deelt vervolgens mede, dat hem als commis
saris nog niets ter kennis is gebracht. Spreker verzoekt hem wel
verslag uit te brengen.
De heer van Klooster deelt mede, dat ook hem niets is ter
kennis gebracht. Spreker, die verklaart in de vergadering der
commissarissen nimmer zijn meening onder stoelen en banken te
steken, zal het op hoogen prijs stellen, eveneens op de hoogte
te worden gebracht.
De heer Grootewal merkt op, dat het geval urgent is en vraagt
welke maatregelen zijn getroffen. Spreker vraagt, of men er werke
lijk op aan kan, dat men beveiligd is, dan wel of er gedacht is,
dat het voorgevallene zich wel niet herhalen zal.
Wethouder Endendijk antwoordt hierop, dat opdracht is gege
ven, dat een ziek dier steeds naar de noodslachtplaats zal worden
gebracht
Nadat de heer Gasille nog heeft verklaarddat hij den gewo
nen maatregel niet voldoende achtte, wordt besloten de interpel
latie eerst te doen houden in de volgende vergadering. Tegen
stemden de heeren Busch, Doorman, Gasille en Grootewal.
een op heden ingekomen telegram van de Vereeniging Soesterbergs'
Bloei, inzake de verbetering van den Verlengde Postweg.
De heer Grootewal licht het telegram van genoemde vereeni
ging toe en wijst er op, dat reeds 2 raadsvergaderingen geleden,
toegezegd was, om het adres van genoemde vereeniging in behande
ling te nemen. Dit adres hield het verzoek in, om de verbetering
van den Verlengde Postweg ter hand te nemen, waarbij tevens werd
gewezen op de mogelijkheid om - teneinde wegverbetering in deze
gemeente te kunnen bevorderen - desnoods een baatbelasting in te
voeren. Spreker, die de niet-behandeling in de vorige vergadering
nog wil toeschrijven san de omstandigheid, dat de Burgemeester
toen afwezig was, spreekt er zijn afkeuring over uit, dat het
adres wederom niet op de agenda der vergadering vermeld staat.
De Voorzitter wijst er op, dat de plannen tot invoering van
een baatbelasting nog niet gereed zijn en toont aan, dat bij de
uitwerking der plannen zich vele moeilijkheden voordoen, zooals
ie opheffing van het wegenfonds. Spreker vestigt er de aandacht
op, dat wellicht een voorloopige verbetering van den Verl.Post
weg mogelijk zal zijn.
De heer Grootewal komt er tegen op, dat beloften worden ge
daan, welke niet worden ingelostSpreker acht het dan beter te
zeggen, dat de zaak niet onmidellijk kan worden geregeld.