50 December 1950 251
over dit voorstel stond. Spreker kan thans echter niet met
het voorstel accoord gaan, daar het benoodigde crediet veel
te hoog is, terwijl er te weinig voor wordt gedaan. Boven
dien wordt het geheele gat ter plaatse niet gedempt. Spreker
moet dan ook de aanneming van het voorstel ontraden, daar
men geen resultaten bereikt. Volgens Spreker kunnen voor het
gevraagde bedrag wel nuttiger werken worden uitgevoerd.
Wethouder Endendijk, die het niet met den heer Busch
eens kan zijn, wijst er op dat men rekening moet houden met
cijfers. Na het ophoogen van den grond, moet men zich af
vragen wat die gronden zullen kosten. Men zal houwbaar ter
rein verkrijgen niet boven den prijs, terwijl men wec-r een
object voor de werkverschaffing heeft»
De heer Busch zegt geconstateerd tc hebben dat uk.n met
de ophooging juist tot het ter plaatse aanwezige gat zal ko
men zoodat niet alles wordt gedempt.
T/ethouder Endendijk zet nogmaals uiteen dat het ge
vraagde crediet nooit weggegooid gold zal zijn.
De heer Busch kan toch niet met het voorstel meegaan.
De heer Doorman, die opmerkt dat de voorstellen des
tijds van hem zijn uitgegaan, zegt dat hij niet gedacht had
dat de grond van'de N.V. de Enghrand zooveel geld zou kosten.
Daarom meent hij dat beter de gronden langs de Talmalaan en
omgeving kunnen worden afgegraven, en dat met de afgegraven
grond de langs de Verlengde Talmalaan gelegen gronden opge
hoogd kunnen worden. Tegen eene kleine uitgraving bestaan
geen bezwaren, terwijl men dan kan beschikken over een onbe
perkt depot. Ook in verband met de in de toekomst aan te
brengen rioleering is eenige afgraving niet ongewenscht»
Wethouder Endendijk betoogt dat de kosten van afgraving
van de gronden langs de Talmalaan en het vervoer daarvan onge~
veer gelijk zullen zijn met die van aankoop van grond van de
Enghrand, zulks in verband met den afstand. Spreker wil dan
ook den grond gebruiken welke in de nabijheid der op te
hoogen terreinen ligt. De kosten van aankoop bedragen slechts
0,25 per M5»
Wethouder hoenders wijst er op, dat als de gemeente
grond gaat afgraven langs de Talmalaan, ook do eigenaren van
de aangrenzende gronden verplicht worden hunne gronden af te
graven, hetgeen hem onbillijk voorkomt.
De heer Doorman zegt dat men bij uitgraving tot h Meter
een groot kwantum grond zal verkrijgen. Spreker meent dat het
hooger liggen van de aangrenzende terreinen geen bezwaar kan
zijn.
De heer Gasille zegt eigenlijk tegen het verlagen van het
peil van d^en Eng te zijn. Spreker vraagt aan wien de gronden,
liggende ten Noorden van de Talmalaan, behooren, waarop de
heer van Klooster antwoordt dat deze eigendom zijn van den
heer Kuyer te laren.
Aangezien het voorstel van den heer Busch, om het voor
stel van B. en W. niet te aanvaarden, niet wordt ondersteund,
brengt de Voorzitter het voorstel van B. en W. in stemming.
Dit voorstel wordt met 10 stemmen tegen 1 stem - die van den
heer Busch - aangenomen.
De