50 December 1950 240.
genomen kunnen worden heeft het college ook erkend doordat
ten vorigen jare de ramingen ook met 1000,= en 1d[00,=
zijn verhoogd. Komende tot de overschotten van vorige jaren
moet Spreker tegenover de meening van het college als zoude
een batig saldo een inkomst van buitengewonen aard zijn, de
vraag stellen waarvoor de belasting wordt betaald, waarop het
antwoord moet luiden: om alle noodzakelijke uitgaven te dek
ken voorzoover daar geen ontvangsten tegenover staan. Wanneer
er een batig saldo is, zal dit voor het overgroote deel uit
te veel betaalde belasting ontstaan zijn, weshalve het billijk
is, deze onrechtvaardig geheven belasting terug te geven. Nu
dat niet gaat moeten we in een opvolgend jaar eenigszins de
fout herstellen door niet meer te heffen dan noodig is.Spreker
wijst erop dat verschuiven naar de toekomst niet billijk is.
Het tekort van 1917 is in 1925 gedekt wat door Spreker steeds
als een onbillijkheid is aangemerkt. Spreker erkent dat vol
maaktheid in dit opzicht niet mogelijk is, doch de regeling
zooals hij zich die voorstelt benadert het volmaakte, daar
ieder jaar zijn eigen lasten draagt. Wanneer geld wordt opzijde
gelegd voor "buitengewone werken, dan zorgt men voor de toe
komstige inwoners, doch ten nadeele van het tegenwoordig ge
slacht. Spreker acht ook de voorlichting door het college niet
voldoende. Wanneer gewezen is op de wisselvalligheid der over
schotten, wordt gezegd dat de ten laste van de diensten 1929
en 195° overgebrachte batige saldi 52.000,= en 5*000,= be
droegen. Dit is niet onjuist, doch het vestigt wel een ver
keerden indruk Het overschot 1928 was 15-989,56. Bij de
verhooging van den post Inkomstenbelasting heeft het college
toegelicht dat de meevaller 5$ bedroeg .Spreker heeft direct
fedacht dat dit bedrag te laag was genoemd. Thans is aan
preker gebleken dat de meevaller 8$ was, niet medegerekend
een bijzonder hoog ingehaald bedrag van vorige jaren.
Naar aanleiding van hetgeen Burgemeester en Wethouders
opmerken met betrekking tot het vergelijkend staatje, overge
legd bij de voorstellen tot belastingherziening, nl. dat het
daarin sub b genoemde bedrag ad 22.929,06 zou zijn over
schreden, wijst Spreker er op dat er ook meevallers zijn.Het
schoolgeld is 4.200,= hooger geraamd dan werd geschat in
Juli. Voorts houdt Spreker zich aanbevèlen voor de cijfers,die
de raming zooals deze bij de belasting-voorstellen was ge
calculeerd, hebben verhoogd. Spreker heeft in"de Soester"
eenigen tijd geleden zijn bevindingen ten aanzien van de be
lasting-verlaging kenbaar gemaakt. Daarbij heeft hij erop ge
wezen dat er vier reserves zijns
1e de post voor onvoorziene uitgaven ad 21.000,=
2e het overschot van 1929 ad 52.000,=
5e de stille reserves uit de belastingen ad 10.000,=
4e de meevaller betreffende de gewijzigde belastingheffing
ad 57.000,=.
Spreker kan daar thans nog bij doen 5000,= van den post rente
van kasgelden en wil nog opmerken dat de meerdere opbrengst
van de belastingen ook den meevaller betreffende de gewijzigde
belastingheffing gunstig zal beïnvloeden. Spreker vindt het
vreemd dat het College bij volgno. 122 thans ook de raming
van den Inspecteur negeert^fe» een hoogere opbrengst raamt in
verband met de kohierbedragen 1929/195° ad 521*000,=.
Het is niet Sprekers bedoeling om de reserves op te mak®
doch
17*
Vi v* "5D.O. S j i