10 Februari 1930 --- 13,
Wethouder Koenders zegt dat men het Wegenfonds wel kan ophef
fen zonder de Bouwverordening te wijzigen» Be door B.en W. inge
volge art. 8 der Bouwverordening te verleenen ontheffingen behoe
ven immers niet als voorwaarde te vermelden dat een bepaald be
drag in het Wegenfonds moet worden gestort; bij de ontheffing kun
nen ook andere voorwaarden gesteld worden.
De Voorzitter dringt er nogmaals op aan geen overhaast be-
•sluit te nemen, daar alles nader bezien moet Y/orden. Spreker
stelt voor aan de Vereeniging een antwoord te zenden als door
den heer Boorman is aangegeven.
Be heer Hilhorst wil in principe reeds een besluit nemen zoo
als door den heer Buseh naar voren is gebracht. In een der eerst
volgende vergaderingen kan dan een nadere beslissing worden geno
men tegelijk met de herziening van het geheels belastingstelsel.
Be heer Busch stelt voor de Belasting-commissie en Burgemees
ter en Wethouders op te dragen zoo spoedig mogelijk met voorstellen
te komen inzake de herziening van het belastingstelsel, waarbij
dan in de eerste plaats rekening zal moeten worden gehouden met
de verdwijning van het Wegenfonds.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten, waarna de
Voorzitter zegt dat het antwoord aan de Vereeniging "Soesterbergs
Bloei" hiermede in overeenstemming zal worden geredigeerd.
17.VERORDENINGEN.- OPENBARE WERKEN. (le afd.nr.1123)
Opnieuw vaststelling van de Verordening, regelende dé samen
stelling en den werkkring der Commissie Openbare Werken, zulks
naar aanleiding van enkele opmerkingen van GedStaten.
Alhoewel het B.en W, bevreemdt, dat de door Ged. Staten ge
maakte bezwaren niet zijn geopperd tegen door andere in deze pro
vincie gelegen gemeenten vastgestelde soortgelijke verordeningen
van zeer recenten datum, meenen zij den Raad in overweging te
moeten geven aan het verlangen van Ged. Staten gevolg te geven,
omdat de gewenschte wijzigingen niet van ingrijpende beteekenis
zijn. Zij stellen mitsdien voor de in de vergadering van 16 De-
cember 1929 vastgestelde verordening in te trekken, In verband
daarmede wordt een nieuwe verordening, waarbij met de bezwaren
van Ged, Staten is rekening gehouden, ter vaststelling aangeboden.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt de
verordening vastgesteld»
18.WEGEN,- EIGENBOMEN. le/3e afd.nr,503).
Voorstel van Burgemeester en Wethouders inzake omlegging van
den Eikenhorstweg,en in verband daarmede vaststelling van een be
sluit betreffende ruiling van grond met den heer A.W.Beckeringh.
Op grond van het medegedeelde in hun schrijven dd. 21 Januari
j,l.,le afd.nr.503, stellen B.en W. den Raad voor te besluiten
tot omlegging van den Eikenhorstweg met behoud van den thans be-
staanden weg, een en ander zooals is aangegeven in het rapport
van den Directeur van Openbare Y/erken dd. 21 Januari 1930,doss.
nr,46-2-3, met de daarbij behoorende teekening. Verder wordt ter
vaststelling aangeboden een besluit tot ruiling van grond met den
heer A.W.Beckeringh. (3e afd.nr.503).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het
voorstel van B.en W, aangenomen en het ontwerp-besluit tot rui-
Üïïg^van grond met den heer A.W.Beckeringh vastgesteld,
^Hierna wordt punt 19 der agenda (vaststelling van een besluit
tot openbare verhuring van gemeentegronden) on voorstel van den
voorzitter even aangehouden.
19 «EIGENDOMMEN. 3e afd.nr. 1117).
Vaststelling van een besluit tot onderhandschen verkoop van 110
boomen, staande langs de Koninginnelaan, met gelijktijdige ina
trekkmg van het besluit dd. 11 November 1929 tot verkoop bij
wijze van openbare inschrijving.