10 Pebruari 19 3C
1L 5
Voorts doet de heer M.Schegfer, voornoemd, afstand van het
recht van erfpacht van de strookcn der kad. perceelen, sectie
1 nrs.818- en 819, hem verleend hij' het raadsbesluit van 2 Maart
1923 nr.16-3-8.3e' afdgoedgekeurd door Ged,Staten van Utrecht,
dd. Mei I923'fnr,979/857 ter grootte van .ryspectieveli jk 283
en'llO M2een en ander zooals op bijbehoorenae schetskaart in
blauwe kleur ongeveer is aangegeven en nader ter plaatse zal
worden uitgezet,,
Door de gemeente Soest wordt aan M.Schef fer voornoemd, in
vollen eigendom afgestaan een gedeelte van het thans bij hem in
erfpacht zijnde kada perceel, sectie E.nr.819, ter grootte van
ongeveer 544 M2S een en ander zooals op bijbehoorende schets
kaart in gi'oene kleur ongeveer is aangegeven.
Vorenbedoelde ruiling zal geschieden onder de voorwaarden
genoemd onder a tot en met g van het besluit.
VI«ten bate van hot grondbedrijf der gemeente (complex 21) onder
hands te verkoopen aan C.do Jong, wonende te Amsterdam,Admiraal
de huijterweg 25, een gedeelte van het perceel kad, bekend ge
meente Soest, sectie H.nr.4946, gelegen nabij de Beetzlaan, ter
grootte van ongeveer 2700 M2, een en ander zooals op de bijbe
hoorende schetskaart in groene kleur ongeveer is aangegeven en
nader ter plaatse door of vanwege het gemeentebestuur zal worden
uitgezet, voor den prijs van f 0,50 per 112onder de voorwaarden
genoemd onder a tot en met f van het besluite
De heer Doorman vraagt naar aanleiding van de ontwerp-beslui-
ten tot intrekking van besluiten tot verkoop van grond, inlichtin
gen omtrent de ligging der gronden.
De Voorzitter zegt dat de grond, welke verkocht werd aan den
heer P.Man, gelegen is aan de Beetzlaan. Thans wordt voorgesteld
hetzelfde perceel grond te verkoopen aan C„de Jong de Amsterdam.
De grond, welke verkocht werd aan den heer S.de Zoete, is gelegen
aan de Pieter de Hooghlaan, nabij het perceel waarop het.badhuis
gesticht zal worden.
De heer Busch vraagt waarom het besluit tot ruiling van grond
'met W.Heijdeman niet ter behandeling aangeboden is.
De Voorzitter antwoordt dat de verklaring omtrent de ruiling
nog niet door Heijdeman ingezonden is.
De heer Busch meent te weten dat bedoelde verklaring roeds
Jingeleverd zou zijn.
Zonder hoofdelijke stemming worden hierna de aangeboden be-
sluiten vastgesteld.
21.BELASTINGEN» 3e afd.nr. 1040),
Opnieuw vaststelling van een Verordening, hegelende de heffing
;en eene verordening, regelende de invordering van de plaatselijke
I i nkoms t e nb e la s ti ng
Deze vaststelling wordt noodzakelijk geacht in verband met een
?cLoor Ged,Staten bij rondschrijven van 5 Hov.1929.1e afd.nr. 3448/
2105 gemaakte opmerking.
De Voorzitter licht nog toe dat hier geen sprake is van een ge
heel nieuwe verordening, doch dat slechts eenige kleine wijzigin
gen in de bestaande verordening voorgesteld worden, zulks als"ge
volg' van een korten tijd geleden gewezen arrest van den Foogen
Baad.
De 7erord.enin.gen worden hierna zonder hoofdelijke stemming vast
gesteld,
22, WDBKVdrsCHAPPIFG3e afd.nr.672).
vaststelling van een besluit tot wijziging van het reglement op
de Werkverschaffing en' Steunverleening.
volgens het ontwerp-besluit wordt voorgesteld aan de le alinea
van art,3 van bedoeld reglement toe te voegen - ,en in de le ali-
nea^van art.7 tusschen de woorden "week" en "in bijzondere geval-
bedra' voegen de woorden; "het in dit lid bedoelde inkomen
uiaa-gt vo or ongehuwd en en weduwnaars zonder kinderen f 20,- per
week"
De