Ao or een centrale bediening. Thans zal getracht worden 25 Maart 1951 56. gezien: 1e. een financieele regeling voor de vereenigingen, en 2e. een betere alarmeering. De Voorzitter antwoordt den heer Busch, dat reeds Don derdagmorgen a,s« proeven zullen worden genomen met een zwaardere sirene. Wat de financieele regeling betreftmerkt Spreker op, dat deze eerst tot stand kan komen, zoodra het thans voorgestelde is aangenomen. Men moet toch weten of de Raad de aangeboden voorstellen wenscht te aanvaarden. De heer Gasille is van meening, dat B. en W. nu toch de de financieele regeling hadden kunnen indienen. De Voorzitter herhaalt nog eens dat naar zijn oordeel bedoelde regeling thans niet kon worden aangeboden. Spreker zegt dat nu in dit opzicht zoo spoedig mogelijk voorstellen zullen worden gedaan bij begrootingswijziging. De heer Gasille kan toch niet begrijpen waarom B. en W. de financieele regeling thans niet tegelijk met de voorstel len der Raadscommissie aanbieden. In dit verband moet Spreker den Voorzitter even opmerken, 'dat bij het voorstel tot toe kenning van periodieke verhoogingen aan twee ambtenaren daar entegen wel do financieele regeling gevoegd was. De heer de Bruijn vestigt er nog de aandacht op dat de desbetreffende Raadscommissie ook het alarmeeringssysteem on der oogen heeft gezien. Bij de besprekingen is toen de wen- schelijkheid uitgesproken om sirene's aan te brengen op den toren der R.H.Kerk en op den toren der waterleiding. De Voorzitter antwoordt den heer de Bruijn dat de kos ten daarvan 4500,= a 4600,= zullen bedragen. Deze prijs is zoo hoog doordat ondergrondsche kabels gelegd moeten wor- der/op een andere wijze te voorzien in een betere alarmeering, n.l.door aanbrenging van oen zwaardere sirene op het Raadhuis. De Voorzitter stelt hierna aan de orde de artikelsgewijze behandeling der Verordening, houdende regelen betreffende de Vrijwillige Brandweer on haar taak ten opzichte van het blus- schen en het voorkomen van uitbreiding van brand. De heer Doorman vraagt bij art.2 of het Bestuur niet tot de Vereeniging behoort. De Voorzitter antwoordt dat hier bedoeld wordt het actief bestuur. Bij art. 5 vraagt de heer Doorman of de daarin bedoelde aanbeveling bindend is, waarop de Voorzitter antwoordt dat een aanbeveling nooit bindend kan zijn; een voordracht daar entegen is wel bindend. De heer Doorman ze^t dat het hem wenschelijk voorkomt in het 2e lid van art.5 voor het woord "schorsing" te lezen "overwogen" De Voorzitter kan de wenschelijkhei d van deze toevoeging niet inzien. Met betrekking tot de laatste alinea vraagt de heer Doorman of beroep bij B. en W niet wenschelijk wordt geacht, waarop de Voorzitter ontkennend antwoordt. De Verordening wordt hierna zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld, evenals de voorgestelde wijziging der Verordening ter voorkoming van brand. Vervolgens brengt de Voorzitter in behandeling de ont werpen der overeenkomsten, aan te gaan met de brandweerver- eenigingen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1931 | | pagina 148