29 April 195174. 69.COMPTABILITEIT.(4e afd.nr.795 en 21/125). Vaststelling van besluiten tot belegging van gelden. Volgens de ontwerp-besluiten wordt voorgesteld: I.3,. de op 10 April 1951 aflosbaar gestelde 21 obligaties elk ad 1000,= ten laste der gemeente Rotterdam niet weder in effecten te beleggen. b. in afwijking van het raadsbesluit van 11 Nov.1929, 4e afd. nr. 21/50 tot wijziging der gemeentebeegrooting voor het dienstjaar 1929 aan te wijzen als middelen tot dekking der hypotheekverleening aan de N.V.Centrale Slachtplaats voor de gemeente Soest de door aflossing van de hiervoren omschreven obligaties vrijgekomen gelden en voorzoover noodig de alsnog door de gemeente te beleggen bedragen, welke thans als kasmiddelen worden gebezigd. vast te stellen het uit de sub b_ bedoelde aanwijzing voortvloeiende ontwerp-besluit tot wijziging der gemeente- begrooting 1951(nr.2l/l 25) II. een bedrag van zoo na mogelijk $000rentegevend te be leggen door aankoop van obligaties van geldleeningen ten laste van den Staat der Nederlanden, van een provincie, van gemeenten met uitzondering van de gemeente Soest en/of van de N.V.Bank voor Nederlandsche Gemeenten. De heer Doorman merkt op, dat hier voorgesteld wordt een bedrag van 21.000,= te beleggen welke belegging gepaard gaat met aflossing eener kasgeldleening, waarvoor een lagere rente wordt betaald. In een der eerste Raadszittingen, welke Spreker bijwoonde, heeft hij er reeds op gewezen? dat de ge meente tegen 5$ moest leenen, terwijl zij haar eigen papieren uitzette tegen 4$. Spreker vroeg toen of het niet mogelijk was dat de gemeente haar eigen geld kon gebruiken, waardoor zij geen leening tegen een hoogere rente behoefde aan te gaan.Toen werd Spreker echter medegedeeld, dat Ged.Staten daaraan geen goedkeuring zouden hechten. Thans stelt men echter voor, wat Spreker indertijd wilde, met dien verstande dat men in de te genwoordige tijdsomstandigheden beter een kasgeldleening kan sluiten, dan de eigen papieren te gebruiken ter aflossing eener kasgeldleening. De thans voorgestelde handelwijze moet men in den vervolge.toepassen wanneer de kasgeldleeningen hooger zijn. V/aar de gemeente thans echter voordeeliger uit is door de lage rente van het kasgeld, lijkt Spreker de nu gevolgde ma nier van doen niet gunstig. Het komt Spreker voorts wel gewenscht voor dat eenige spoed wordt betracht met het aangaan eener definitieve leening. De Voorzitter geeft wel toe, dat de rente van de kasgeld leeningen thans voordeeliger is, doch dat men uit oogpunt vam geldbelegging ook in aanmerking moet nemen, dat de gemeente voor de gelden 5$ ontvangt als hypotheekrente van de N.V.Centrale Slachtplaats. Wethouder Endendijk zegt naar aanleiding van het door den heer Doorman gesprokene, dat thans wel wat te verdienen is bij eene omzetting in kasgeldleeningen, doch naar Sprekers oordeel moet de gemeente daaraan niet medewerken, alhoewel Spreker toe moet geven da± er wellicht meerdere voordeelen zijn te ver krijgen. Je besluiten worden hierna vastgesteld. 70.GEMEENTEBESTUUR. (4e afd.nr.1907) Voorstel van B. en V/. in verband met de bij Ged.Staten aanhangige wijziging in de jaarwedderegeling van burgemeesters, secretarissen

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1931 | | pagina 184