- 29 Juli 1931 172. 148.DRINKWATERVOORZIENING (1c afnrc2076 en 4e afd.nr.21/149) Crediet-nanvrage van Burgemeester en Wethouders voor het plaatsen van drinkbakken te Soesterberg. Op grond van het advies van den Directeur van Openbare Werken vervar in diens schrijven, dd, 25 Juni 1931,nr. 78-20-3, vragen B. en W. een crediet van 77,50 voor de aanschaffing en aanbrenging van een drinkwatergelegenheid voor menschen en dieren te Soesterberg op een nader door hun College aan te wijzen plaats* Het desbetreffend ont werp- besluit tot wijziging der gemeente-begrooting 1931 wordt mede ter vaststelling aangeboden (nr. 21/149) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van Burgemeester en Wethouders aangeno men, en het aangeboden besluit tot bogrootingswijzigmgg vastgesteld* 149. WEGEN.(Ie afd.nr.503). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om te beslui ten niet over te gaan tot den aanleg van rijwiel- en wan delpaden langs de Koninginnelaan» B. en W. deelen mede, dat het oorspronkelijk verleende crediet niet toereikend is geweest ten behoeve van den aan leg van een rijwiel-* en wandelpad aan weerszijden der Ko ninginnelaan. De directeur van Openbare Werken adviseert nu bij rapport dd. 29 Juni 1931, no.41-2-8 niet over te gaan tot den aanleg van een rijwielpad, aangezien de ruimte tus- schen de boomen en den trottoirband te gering is om deze als rijwielpad te bestemmen, terwijl het gevaar van slip pen groot is, omdat de band hooger ligt don het rijwielvlak. Genoemde Directeur adviseert voorts de trottoirs geheel als wandelpad te bestemmen door aanbrenging eener sproeifalt- verharding, waarvan de kosten worden geraamd op 14000,-. Aangezien B. en W. geen vrijmoedigheid hebben dit crediet aan te vragen, stellen zij den Raad, in afwijking van het Raadsbesluit dd. 11 November 1929, voor te besluiten niet over te gaan tot den aanleg van een rijwielpad en een wan delpad aan weerszijden der Koninginnelaan. De heer Gasille zegt zich niet met het voorstel van Burgemeester en Wethouders te kunnen vereenigen. De Direc teur van Openbare Werken zegt dat de breedte van plm. 1,10 Meter te gering is voor aanleg van een rijwielpad, doch Spreker meent dat die breedte voor een rijwielpad voldoende is, temeer waar aan beide zijden van den weg een rijwielpad tot stand gebracht kan worden. Spreker meent dat met weinig kosten wel aan weerszijden van den weg een rijwielpad aangelegd kon worden. Ook de rijwielpaden van U.M.0, kosten in aanleg niet zooveel, zoodat Spreker voor stelt de paden te doen aanleggen zonder hooge kosten van verharding. Mevrouw Landweer - de Visser wijst erop dat het toch de oorspronkelijke bedoeling is geweest om rijwielpaden aan te leggen, zoodat Spreekster zich afvraagt waarom dan de trottoirbanden niet lager zijn gelegd. De Voorzitter zegt dat de heer Gasille dus voorstelt aan weerszijden van den weg een eenvoudig rijwielpad aan te leggen, zonder hooge kosten voor verharding. Spreker zegt dat de kosten dan bestreden kunnen worden uit den post wegonplan. Het voorstel van den heer Gasille wordt hierna zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 150. Telefoon

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1931 | | pagina 380