25 Augustus 1951 195» dingen zijn geschied. Spreker denkt hierbij aan de instelling van het Burgerlijk Armbestuur dat weldra herdoopt zal worden in Maatschappelijk Hulpbetoon. Een aanvang is gemaakt met de wegenve-rbetearing. Het gasbedrijf heeft een buitengewone ont wikkeling meegemaakt, terwijl voorts besloten werd tot de op richting van een badinrichting, waarmede dit jaar zal worden aangevangen. Voorts wijst Spreker op de totstandkoming van het abattoir van particuliere zijde, doch met gemeentehulp, en op de ziekenverzorging, doordat de afd.Soest van E.H.B.O.met be hulp der gemeente instaat werd gesteld een ziekenauto aan te schaffen. Spreker zegt dat er verder nog twee teere punten zijn. Voor het grondbedrijf werd een nieuwe verordening vastgesteld, waardoor dit bedrijf in nieuwe banen wordt ge leid. Ten aanzien dezer verordening zullen er nog wel ver schilpunten met de hoogste instanties zijn, doch Spreker twij felt niet aan een goede oplossing dezer aangelegenheid. Ver volgens wijst Spreker erop dat de dienst Openbare Werken thans gesaneerd is. Spreker wil tenslotte het woord richten tot de scheidende raadsleden. Aangezien Mevr. Landweer-de Visser niet aanwezig is, kan Spreker zich niet tot haar wen den, doch Spreker zegt dat zij reeds op andere wijze is gehul digd en wel in de Christelijk Historische Kiesvereeniging, waarbij naar voren is gebrac.'it wat ze voor de Christelijk Historische beginselen heeft gedaan. Spreker wijst er voorts op dat de heer van Doorne zich vrijwillig heeft teruggetrok ken omdat hij te weinig tijd had voor de vervulling van het ambt. Bij de vergaderingen der Commissies was de heer van Doorne daardoor den laatsten tijd veelal afwezig, hetgeen Spreker aan den lijve heeft ondervonden. Spreker stelde de juridische adviezen van den heer van Doorne steeds op hoogen prijs, en het zal Spreker moeilijk vallen om zijne juridische vervanging in den aanstaanden Raad te vinden. Spreker wenscht den heer van Doorne zegen op zijn verderen arbeid en in de Maatschappij.Spreker richt zich vervolgens tot den heer Doorman, en zegt dat deze teruggetreden is uit den Raad ten gevolge van de vox populi. De heer Doorman zegt dat zulks minder juist is, daar hij zich ook niet meer herkiesbaar heeft gesteld. De Voorzitter, die deze woorden terugneemt, zegt vervol gens tot den heer Doorman, dat bij do oude verordening op het grondbedrijf de degens zijn gekruist, doch dat men bij de nieuwe verordening elkaar heeft gevonden. Krachtig is samenge werkt aan de nieuwe verordening en het spijt Spreker dat de heer Doorman nu de bekrachtiging dier verordening niet meer meemaakt. Voorts spijt het Spreker, dat de heer Doorman, die bij het uitbreidingsplan vele adviezen heeft gegeven, de vol eindiging van dit plan niet meer meemaakt. Spreker hoopt,dat, wanneer hij de hulp van den heer Doorman noodig mocht hebben, deze hem ten rade zal willen zijn. Spreker heeft den heer Doorman niet in de commissies mee mogen maken, doch het is Spreker bekend, dat de heer Doorman als lid der commissie Openbare Werken veel in het belang der gemeente heeft gedaan. Spreker, die van meening is dat de mogelijkheid bestaat dat de heer Doorman nog wel eens in den Raad terugkeert, roept hem een tot weerziens toe. Hierna richt Spreker zich tot den heer Hilhorst, met wien hij samengewerkt heeft in de Belastingcom missie. Spreker heeft altijd het werk van den heer Hilhorst gewaardeerd, ook voor de wijze waarop hij voor een bepaalden stand

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1931 | | pagina 426