5 October 1951 209- wordt. Waar Gedeputeerde Staten niet tot verhooging wilden over gaan, werd geprotesteerd. Op grond van het feit, dat indertijd een vergoeding van 5,= per vergadering werd voorgesteld, en deze vergoeding niet te veel is, wil Spreker geen bedrag bepa len dat minder is. Haar Sprekers oordeel moet de Raad geen fooi aannemen en dient de vergoeding in overeenstemming te zijn met den tijd, welke aan de werkzaamheden gegeven moet worden. Spre ker blijft dus tegen het thans in behandeling zijnde voorstel. De heer de Bruijn zegt, dat, nu deze stemmen opgaan, en door den heer Grootewal gezegd is, dat Spreker ook het geld wel in zijn zak zal willen steken, hij het geld ook wel zal aanvaarden evenals de heer Grootewal, doch het gaat er om dat Spreker een ander oordeel omtrent deze aangelegenheid heeft. Bij de aanvaarding van het raadslidmaatschap, verklaart men zich immers bereid werk zaam te zijn in het algemeen belang, waarvoor het noodig is raads vergaderingen en commissievergaderingen bij te wonen. Yoor raads vergaderingen kan men soms verlet hebben, omdat de Burgemeester het tijdstip der vergaderingen bepaalt, doch een commissieverga dering kan altijd wel in overleg met de leden in de avonduren worden gehouden, zoodat men dan geen verlet hoeft. Waar het hier om een belangrijk bedrag gaat, m.ent Spreker dat men in het alge meen belang moet werkzaam zijn, zoodat dus naar Sprekers oordeel niet tot aanneming van het voorstel moet worden besloten. De heer van Klooster zegt, dat hij wel zijn stem aan het voorstel zal geven, onder voorwaarde, dnt ook de heer Busch mede voorsteller is. De heer Nooder wijst er op, dat de nieuwe raadsleden part noch deel hebben aan het destijds genomen besluit tot intrekking der presentiegelden. Spreker, die hoopt dat binnenkort het aantal S.D.A.P.'ers in den Raad grooter zal zijn, en zegt, dat juist die leden overdag moeilijk kunnen vergaderen en meer verlet zullen hebben, is voor het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De "Voorzitter stelt hierna voor de beide voorstellen, n.l.een vergoeding van 4,= voor de raadsvergaderingen en 2,50 voor de afdeelings- en commissievergaderingen te doen ingaan op 1 Septem ber j.1. De heer Busch, die zegt dat met hem niet valt te scharrelen, blijft bij het vroegere voorstel. De beide voorstellen, door den Voorzitter zoo juist uiteen gezet, worden hierna aangenomen met 12 tegen 3 stemmen. De heeren de Bruijn,Busch en van Klooster stemden tegen. 190.WEGENFONDS.(4e Afd.nr.170). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot intrekking van het raadsbesluit van 29 April 1931» 4e afdeeling no.170 en tot wijziging van den bij raadsbesluit van 23 Juni 1930, 4e afd.no. 170 ter uitvoering van het tweede lid van art.8 der Wegenfonds verordening vastgestelden staat van wegen. B. en W. deelen mede, dat voor de berekening der stertings- bedragen voor dtbeffineen var «rt," der v-<nv -r deze g-ttivuniw geluenac oouwverordening voor net gedeelte van den Verlengde Postweg vanaf de Van Maarenstraat tot de Ra- deijnkerstraat wegtype 2 met een breedte van den weg van 10 Meter en van den rijweg van 4 Meter is aangenomen. In aanmerking nemen de het op gemeld gedeelte van den Verlengde Postweg toegepast eenrichtingsverkeer komt B. en W. voor dat weggedeelte wegtype 2 met een breedte van den rijweg van 4 Meter voldoende voor. In verband

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1931 | | pagina 454