5 October 1951 220.
richting mededeelen, dat alleen aan Soest gedacht is omdat de
twee comité's bezig waren met het maken van plannen voor de op
richting eener zwemgelegenheid te Soest. B. en W. meenden dat
Soesterberg in deze aansluiting zou zoeken bij Huis ter Heide
of Zeist. Waar de beide comité's niet konden samenwerken, vonden
B.en W. het thans aangeboden voorstel de beste oplossing. In de
omstreken van de Eem zal wellicht een geschikt terrein zijn te
vinden. Spreker acht het niet gewenscht de Commissie aan een
bepaald bedrag te binden. De Commissie, die vrij moet zijn in
haar voorstellen, zal zeker wel het goedkoopste plan prefe-
reeren. Voorts zegt Spreker, dat de 600,= niet behoeven te
worden uitgegeven. Dit is maar een geraamd bedrag. Dat nu in
de Raadscommissie 4 leden worden voorgesteld, die lid zijn van
commissie B, is naar Spreker's oerdeel geen bezwaar. Naar het
oordeel van B. en W. zijn de voorgestelde leden alleen genoemd
omdat ze voor deze commissie het meest geschikt zijn. De leden
zijn natuurlijk vr^j in de keuze, en Spreker heeft er niets op
tegen dat iemand uit Soesterberg in de commissie zitting heeft.
De hoer Gasille verzoekt in zijn plaats een lid uit Soes
terberg te benoemen.
De heer Nooder begrijpt de moeilijkheid om een zweminricl*
ting in de omgeving van Soestduinen op te richten, gezien het
feit dat Soest 15000 inwoners telt en Soesterberg 2000.Spreker
zegt dat hij echter voorgesteld heeft aan de commissie l.en lid
uit Soesterberg toe te voegen, en de commissie opdracht te ge
ven een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid tot op
richting van een klein badhuis te Soesterberg.
De Voorzitter wijst er op dat de opric ting van een bad
huis te Soesterberg toch een geheel andere zaak is. Spreker
zegt dat deze aangelegenheid niet door de commissie onderzocht
behoeft te worden. B. en V/. kunnen wel aan den technischen
dienst opdracht geven daarvoor plannen te ontwerpen.
De heer Nooder vraagt den Voorzitter of de Raad dan binnen
afzienbaren tijd plannen tot stichting van een badhuis te Soes
terberg tegemoet mag zien.
De Voorzitter antwoordt hierop bevestigend.
Nadat het voorstel van B. en W. inzake het onderzoek naar
de mogelijkheid tot oprichting eener zweminrichting zonder
hoofdelijke stemming is aangenomen, en het dsbetreffend besluit
tot begrootingswijziging zonder beraadslaging is vastgesteld,
wordt tot de benoeming van leden der Raadscommissie overgegaan.
De Voorzitter wijst de heeren Bleeker en Hornsveld tot
stemopnemers aan.
Uitgebracht worden op Mej.Fuhke 14 stemmen, en op de heeren
Bleeker 14 stemmen, van den Breemer 15 stemmen, Busch 14 stem
men, Endendijk 14 stemmen, Hornsveld 15 stemmen, Gasille 5 stem
men, van Dam 7 stemmen, Nooder 5 stemmen, de Bruijn 5 stemmen,
Groctewal 5 stemmen, van Klooster 1 stem, en Bodeesen 1 stem,
zoodat bij deze stemming benoemd zijn Mej.Funke, en de heeren
Bleeker, van den Breemer, Busch, Endendijk en Hornsveld.
Hierna heeft een tweede stemming plaats voor de benoeming
van een zevende lid. Uitgebracht worden op de heeren van Dam 8
stemmen, Nooder 5 stemmen, Grootewal 2 stemmen, de Bruijn 1
stem en van Klooster 1 stem, zoodat de heer van Dam gekozen is.
De gekozenen verklaren naar aanleiding van een vraag van
den Voorzitter hunne benoeming aan te nemen.
197.