5 Octobcr 19^1 226^ missie is gezegd, dat de maatregel alleen zou gelden bij nieuwe gebouwen. De heer Endendijk zegt dat hij met de verordening accoord kan ga,en, indien vastgelegd wordt dat de regeling niet geldt voor bestaande gebouwen. Spreker gelooft dat de Burgemeester anders tegenstand zal ondervinden. De heer Gasille merkt op dat het in hoofdzaak gaat om de kwestie inzake het plaatsen van stoelen in gangen. De Voorzitter bepleit nogmaals aanneming van het artikel» Spreker zegt niet bang te zijn voor tegenstand» De heer Endendijk, die zijn bezwaren handhaaft, wijst er andermaal op, dat zelfs in de groote plaatsen o.a. te Rotterdam dergelijke bepalingen niet bestaan. Bij vaststelling dezer bepa lingen, kan eiken Zondag wel proces-verbaal opgemaakt worden. De heer Busch is ock van oordeel, dat het thans nog niet op den weg der gemeente ligt om die maatregelen van toepassing te verklaren. Spreker wijst er voorts nog op dat onlangs vergunning is verleend tot plaatsen van een benzinetank in den grond o.a. onder voorwaarde, dat^die tank gekeurd moest worden. De tank zat reeds in den grond, vóórdat de vergunning was verleend, zoodat keuring niet meer mogelijk was. Nu de Voorzitter met deze veror dening komt, wil Spreker erop wijzen dat het gewenschter is dat ook meer gelet wordt op het plaatsen van een benzinetank enz. De heer de Bruijn zegt dat het door den Voorzitter gespro kene omtrent de Emmakerk sterk overdreven isc Spreker protesteert dan ook tegen de woorden van den Voorzitter, dat het er een wan orde en een janboel was. Spreker, die in de kerk naast den Burge meester gezeten heeft, zegt dat de Burgemeester goed in en uit de kerk is gekomen. Spreker vindt het een schande dat de Burgemees ter die in de kerk ook een openingswoord heeft gesproken, nu op deze wijze in den Raad spreekt. De heer Endendijk stelt voor het artikel niet toepasselijk te verklaren op gebouwen,, waarin godsdienstige samenkomsten worden gehouden. De heer Busch geeft B. en W. in overweging dit voorstel terug te nemen en te bespreken en petit comité, terwijl voorts overleg ware te plegen met de kerkbesturen. De heer Endendijk wijzigt zijn voorstel in dier voege, dat het onder b en vermelde niet toepasselijk is op gebouwen voor godsdienstTge samenkomsten. De Voorzitter, die zegt dat hij er niet over denkt om het voorstel terug te nemen, stelt voor een bepaling op te nemen be treffende het verleenen van een ontheffing van het bepaalde onder voor een door B. en W. te bepalen tijd. Wethouder Lodeesen merkt nog op dat de kerken toch in bijzón dere gevallen overvol zijn, zoodat dan wel ontheffing kan worden verleend. Het voorstel van den heer Endendijk wordt hierna in stemming gebracht en verworpen met 10 tegen 5 stemmen. Vóór het voorstel stemden de heeren van Klooster, Endendijk, Horasveld, Lodeesen en de Bruijn. Het voorstel van B. en W. is hiermede aangenomen, met dien verstande, dat een bepaling wordt toegevoegd, dat B. en W. voor bestaande gebouwen overeenkomstig door hen te stellen voorwaarden en gedurende een door hen te bepalen tijd vrijstelling kunnen ver leenen van het bepaalde in lid 1 sub a van het artikel. 201«BELASTINGEN.(}e afd.nr.2146 Behandeling van een adres van A.J. van Lunteren te Amsterdam, verzoekende

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1931 | | pagina 488