31 October 1931 239.
kasuitkeering tot een gelijk bedrag,. Deze uitkeering bedraagt
meestal 9,zoodat men aus tot een bedrag van 10,80 kan ko
men aan kasuitkeering en bijslag. De heer Endendijk stelt nu een
maximum van 'i0?voor, doc$ dit verschil acht Spreker zoo ge
ring, dat het hem gewenscht voorkomt het voorgestelde in het re
glement te handhaven-, Het is hier de meest eerlijke wijze van
toekenning van een bijslag, dan wanneer men tot een zekere hoog
te grens komt.
De heer Bleeker zegt hierna dat hij gaarne precies het oor
deel van Wethouder Lodeesen zal vernemen, aangaande de voorstel
len van Mej. Funke en hem.
Wethouder Lodeesen zegt dat door den heer Bleeker dus voor
gesteld wordt om de bedragen genoemd onder de letters b., c. en
d» van art. 2 te wijzigen in resp» 30?f 55,en 40,
Spreker zegt dat in de Commissie met de thans in het reglement
genoemde bedragen van het gezinsinkomen genoegen is genomen on
der een zekere reserve, n.1. wanneer bleek dat de eerste 5,
ontstaan waren uit het loon der kinderen, deze niet zouden mede
tellen. Spreker zegt persoonlijk geen bezwaren te hebben tegen
de wijziging, als door den heer Bleeker voorgesteld, zoodat hij
diens voorstel niet zal bestrijden.
De heer Busch refereert zich aan het oordeel van het vorig
jaar. Het thans hier bedoelde is te brengen onder de bijzondere
gevallen, waarover het reglement spreekt. Verleden jaar is ook
met allerlei omstandigheden rekening gehouden. Spreker meent dat
men thans niet tegen elkander moet opbieden, doch dat men moet
trachten elkander te vinden. Ieder geval kan toch afzonderlijk
beoordeeld worden.
De heer Nooder wil over 't algemeen iets zeggen. Naar Spre
kers oordeel is de hoogere klassu de oorzaak dat de Maatschappij
uit haar voegen is gerukt» Deze klasse dient te zorgen dat aarr
de arbeiders, die het grootste gedeelte der Maatschappij verte
genwoordigen, goede loonen worden betaald»
De heer Bleeker merkt nog op, dat de heer Busch gezegd heeft,
dat het er bij Spreker om te doen was enkel reclame te maken-
Spreker wil naar aanleiding daarvan de vraag stellen waarom Mej.
Funke en hij zich dan zoo druk gemaakt hebben voor het aanbren
gen van de voorgestelde verbeteringen in het reglement. Naar
Sprekers oordeel is de zaak deze, dat de niveaux te laag zijn.
Wanneer men het standpunt van den heer Busch inneemt, kan men het
reglement wel afschaffen. Men moet toch grenzen-hebben en Spreker
vraagt ruimere grenzen. Het reglement moet als 't ware een rechts
positieregeling zijn.
De heer Endendijk, die verder niet veel meer over deze zaak
zal zeggen, wil nog even opmerken, dat de heer Busch bij diens be
strijding van het voorstel van den heer Bleeker, datzelfde stands-
punt niet inneemt ten opzichte van den termijn van li jaar. Spre
ker, die het er ook mee eens is, dat hier een zekere rechtspositie
wordt geschapen, wil vasthouden aan zijn voorstel# Spreker heeft
destijds een mild standpunt ingenomen ten opzichte van de afwij
kingen in bijzondere gevallen als de noodzakelijkheid werd aange
toond, en op dien weg moet men voortgaan. Men moet niet karig
zijn, doch Spreker wil een termijn van li jaar niet vastleggen,
want hij is van oordeel, dat de menschen dan meer naar Soest zul
len trekken. Naar aanleiding van de in het reglement voorgestelde