11 November 1951 257» De heer Bleeker zegt dat hij ook steeds heeft gedacht dat Openbare V/erken deze zaak gesaboteerd heeft. Spreker meent eveneens dat de weg zoodanig is aangelegd, dat er geen behoorlijk rijM^lpad aangebracht kon worden. Spreker kan zich alsnog vereenigen met den aanleg van een rijwielpad in dien een breedte wordt aangehouden van 1,55 Meter. Spreker zegt nogmaals van meening te zijn, dat hier door Openbare sabotage gepleegd is. De heer Busch zegt ook van oordeel te zijn, dat hier sabotage heeft plaats gehad. Spreker was ook aanvankelijk voor den aanleg van rijwielpaden, doch gezien den slechten toestand van andere wegen, waarover wagens moeten rijden, wil Spreker thans niet tot dezen aanleg besluiten. Verbetering van andere wegen acht Spreker noodzakelijker dan aanleg van een rijwiel pad langs de Koninginnelaan, waarvan de kosten wel 5000,= zullen bedragen; De heer Endendijk vindt aanleg van een rijwielpad langs de Koninginne-laan ook niet zoo dringend noodzakelijk. Spre ker is van oordeel, dat men op de fiets zeer goed naast den weg kan rijden. Spreker meent evenwel te moeten wijzen op de wenschelijkheid om een paaltje, dat in het pad staat nabij de boerderij van den heer Schimmel, te verwijderen. De heer Gasille meent dat men voor het prestige van den Baad niet kan besluiten geen rijwielpaden aan te leggen» De Raad heeft aanvankelijk tot dien aanleg besloten, zoodat men zich daaraan dient te houden. De Voorzitter kan niet inzien waarom de Raad het des tijds genomen besluit niet kat intrekken. De heer Busch meent dat in de gegeven omstandigheden - het prestige van den Raad niet wordt geschaad, als nu beslo ten wordt geen rijwielpaden aan te leggen. De heer van den Breemer bespreekt de wenschelijkheid om aan de eene zijde van den weg een rijwielpad aan te brengen, en aan de andere zijde een wandelpad. Deze paden kunnen met zwarte aarde worden bewerkt. Wethouder Lodeesen wijst er ook op, dat op deze laan geen druk verkeer is. Wanneer de boomen achterwaarts ven plaatst worden, verkrijgt men toch maar een pad van 1,55 Ü&tei Een dergelijke breedte blijft altijd smal. Spreker kan de noodzakelijkheid er niet van inzien om nu paden aan te leggen, zoodat hij voorshands voor uitstel is. De heer Bleeker zegt dat hij zich op dit oogenblik kan neerleggen bij het voorstel van B. en W, om geen paden aan te leggen, zulks in verband met den financieelen toestand der gemeente. Spreker stelt evenwel voor te besluiten tot verplaat sing der boomen zooals in de voorstellen wordt bedoeld,zoo dat in de toekomst altijd nog paden aangelegd kunnen worden. De heer Endendijk zegt het voorstel van den heer Blee ker te ondersteunen. Wethouder lodeesen gaat eveneens met dit voorstel ac eoord. De Voorzitter wil dan het voorstel van den heer Bleeker uitbreiden tot de geheele gemeente, daar er vele lanen zijn waar de boomen ook verplaatst moeten worden. Het voorstel kan dan in zijn geheel in den Raad gebracht worden#

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1931 | | pagina 550