17 December 1931 274. lieden 24,44 gegeven wordt, en aan de overigen 14,40. Waar er maar betrekkelijk weinig menschen in aanmerking 1 komen voor het verrichten van productieven arbeid, wil Spre ker de geheele werkverschaffing niet in gevaar laten brengen» Spreker richt een woord van lof tot B. en W.die thans willen geven wat redelijkerwijs mogelijk is te geven. Spre ker herhaalt nog eens dat de heer Bleeker principieel wel gelijk heeft, doch uit practisch oogpunt acht Spreker het wenschelijk het voorstel van B. en W. te aanvaarden. De heer Endendijk zegt, dat hij ook een enkele aantee- kening heeft gemaakt, toen hij het voorstel van B. en W. ontving. Spreker zegt dan van meening te zijn dat de objec ten 1,2,en 5 in hoofdzaak werken zijn, welke op de gewone wijze door "Openbare Werken" kunnen worden uitgevoerd, zoodat Spreker dus in dit geval aan de zijde van den heer Bleeker staat. Openbare Werken kan dan de beste arbeidskrachten aan nemen, bij wijze van losse arbeidskrachten, zooals vroeger ook meermalen plaats had. De heer Gasille sluit zich aan bij het betoog van den heer Busch. Spreker wijst er voorts op, dat het aantal ob jecten niet groot is. Daarom zijn er nog 5 bijgekomen. Het zal moeilijk zijn nog andere objecten te vinden. Spreker zegt vervolgens, dat in deze vergadering nog niet naar voren is gebracht de mogelijkheid dat het werk in accoordloon wordt verricht, zoodat dan een hooger loon kan worden bereikt. Dè Voorzitter zegt dat het college van B. en W. wel de gelijk het principieel verschil, door den heer Bleeker naar voren gebracht, voelt. Spreker zegt dat het College evenwel dezelfde meening als van den heer Busch is toegedaan. Men staat nu voor buitengewone maatregelen. Het is de bedoeling dat de menschen, die 'bij Openbare Werken geplaatst worden, worden beschouwd als losse werklieden, doch hiervoor wordt afwijking gevraagd van: de bestaande salarisregeling. Een en ander is besproken in de vergadering van B. en W. en de com missie voor de werkverschaffing. De heer Nooder vraagt of wel van de salarisregeling mag worden afgeweken. De heer Endendijk vraagt of bij aanneming van het voor stel van B. en W. verwacht wordt dat een en ander ten goede zal komen aan de overige menschen, die bij de werkverschaf fing zijn geplaatst. In bevestigend geval zal Spreker vóór het voorstel zijn. Wethouder Lodeesen zegt dat het de bedoeling is een zoodanige regeling te treffen dat een ieder daarvan zooveel /voordeel mogelijkAeeftzoodat er wel eens een wisseling zal plaats hebben. Als dit voorstel niet doorgaat, dan zullen alle werk- loozen een loon ontvangen van 15»=. Men krijgt dan enkel werkverschaffing. De Voorzitter zegt dat de credieten zijn verleend op standaardloon. De vraag is nu, kan men voldoend geschikt personeel krijgen voor de uitvoering dier werken of zal Open bare Werken meer menschen moeten aanwijzen. Spreker zegt dat de heer Endendijk vraagt of dus meer menschen van de re geling kunnen profiteeren bij deze verlaging.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1931 | | pagina 584