17 December 193"!281
oog op den toestand der gemeentefinancien geen hooger bedrag
dan 50,= voor, doch zij is allerminst afkeerig van een hoo
ger bedrag.
De heer Busch betoogt nogmaals dat toekenning van 100,=
alleszins te rechtvaardigen is, daar het werk der vereeniging
alle waardeering verdient. Als slechts één persoon van den
drank gered wordt, is het geld er al uit.
De Voorzitter deelt hierna mede, dat B. en W.het voorstel
van Mej.Funke tot verleening van een subsidie van 50,= over
nemen, welk voorstel zonder hoofdelijke stemming wordt aange
nomen.
Vervolgens wordt ten aanzien van de navolgende posten
het woord gevoerd.
Volgno.246. Jaarwedden ambtenaren enz.
De heer Gasille wenscht een en ander te zeggen met be
trekking tot de kwestie overwerkvergoeding gemeentepersoneel
Spreker kan zich niet met het voorstel van Burgemeester en
Wethouders vereenigen om de voorwaarde van het personeel te
aanvaarden, dat buiten het geval van uiterste noodzaak geen
verdere maatregelen zullen worden getroffen tot verslechte
ring van de positie van het gemeentepersoneel, daar men niet
weet wat de toekomst zal brengen. Bovendien is hier sprake van
een ongelijke druk, daar er ambtenaren zijn, die overuren ma
ken, terwijl er ook ambtenaren zijn, die geen overuren maken.
Spreker zou het meer apprecieeren, wanneer de ambtenaren zich
meer inspanden om het maken van overuren zooveel mogelijk te
voorkomen. Naar Sprekers oordeel kunnen sommige ambtenaren wel
een stapje harder loopen. Spreker vindt de voorwaarde, bedoeld
door B» en W., dan ook heelemaal uit den booze. Spreker wenscht
daarom ook stemming omtrent het voorstel van Burgemeester en
Wethouders
De heer Grootewal is vóór de afschaffing van de overuren.
Het moet, naar Sprekers oordeel, meer de bedoeling van het per
soneel zijn, te zorgen, dat de werkzaamheden klaar komen in
den tijd, welke er voor is gesteld. Dan moeten de ambtenaren
die wat veel werk hebben, maar een stapje harder loopen, ter
wijl het overige personeel dan maar moet helpen, zoodat het
werk tijdig gereed komt. Spreker wijst er voorts nog op, dat
in het particuliere bedrijf soms meer is te verzetten dan bij
de gemeente. Het gaat echter volgens Spreker niet aan om de
menschen, die hard werken, op een voor hen onvoordeelige wijze
te behandelen. Het voorstel van B. en W. moet naar Sprekers
inzicht geheel afzonderlijk staan van den toestand, welke in
't verschiet ligt. Spreker verklaart zich tenslotte vóór het
voorstel, mits voor z.g. bijzonder overwerk, zooals „b.v. het
besproeien der wegen en zandstrooien op Zon- en feestdagen
wel uitbetaling plaats heeft.
De heer Bleeker zegt dat hij aanvankelijk van meening
was, dat deze zaak door de Salariscommissie behandeld moest
worden. Spreker heeft zich na verkregen toelichting in de
vergadering der 1e afdeeling met het voorstel kunnen vereeni
gen, daar het de bedoeling is de overwerkuten te betalen met
b.v. een vrijen dag. Spreker dringt er op aan, dat zulks ook
inderdaad geschiedt, daar dan ook intensiever gewerkt zal
worden. Spreker wijst er vervolgens nog op, dat vooral bij den