2 Maart 19312.6.
Be heer de Bruijn is het volkomen met den heer Gasille
eens»
Be heer Busch huldigt steeds de openbare inschrijvingen,
maar in dit geval is hij het niet eens met de beide vorige
Sprekers. Be prijs, opgegeven door dc-n schilder Huurdeman, is
laag, terwijl Huurdeman in verband met het bestaande werk,ook
dit werk beter kan uitvoeren. Om een goede aansluitende kleur
te verkrijgen, is het wcnschelijk dat dezelfde schilder het
werk uitvoert. Waar de uitvoering van het werk bovendien noo-
dig is, en de prijs laag is, wil Spreker in dit bijzondere
geval het werk opdragen aan Huurdeman. Er is toch geen schil
der, die het goedkooper doet.
Be heer Grootewal wil ook in dit geval een openbare in
schrijving, temeer waar eenmaal besloten is openbare aanbe
stedingen te houden. Be eenmaal door den Raad genomen beslis
sing moet volgens Spreker gehandhaafd worden.
Be heer Boorman vestigt er de aandacht op dat onder de
aanneemsom toch ook de uitvoering van schilderwerk is begrepen.
Hier is dus sprake van meerder werk, en bij elk bestek be
hoort een rekening voor meer- en minderwerk te zijn, zoodat het
bestek in de uitvoering van het werk moet voorzien. Volgens de
daar genoemde som moet het werk gegund worden.
Be Voorzitter wijst er op dat dit werk iets nieuws is.
Het thans bedoelde werk was niet in het bestek omschreven, en
viel dus buiten het oorspronkelijk werk.
Wethouder Koenders stelt voor het werk aan Huurdeman te
gunnen. Wordt vandaag aldus besloten, dan kunnen drie werk-
loozen aan 't werk blijven, die anders ten laste der gemeente
zullen komen. Spreker acht bovendien den prijs laag.
Be heer Busch is steeds voor openbare aanbesteding, doch
waar het hier in het belang der gemeente is om het werk aan
Huurdeman te gunnen, ligt het op den weg van Spreker om tegen
het voorstel van den heer G-asille te stemmen. Bit standpu^
moge een vreemden indruk wekken, doch het is in dit gevaï
geenszins in flagranten strijd met Sprekers principe, daai
het hier een bijzonder geval betreft. Spreker acht het ver
standig het werk nu door Huurdeman te laten uitvoeren.
Mevrouw Landweer- de Visser kan geheel het door den heer
Busch gezegde onderschrijven. Be heer Huurdeman, die nu met
ander schilderwerk bezig is, heeft de vereischte kleur, welke
een ander nog zou moeten zoeken. Spreekster is dan ook in dit
geval tegen het voorstel van den heer Gasille, alhoewel zij
overigens voor openbare inschrijvingen is.
Be heer van Boorne is er wel van overtuigd dat het in
het belang der gemeente is om het werk aan Huurdeman te gunnen,
doch aan den anderen kant moet men toch ook weer handelen in
het belang der gemeentenaren door gelegenheid tot inschrijving
te geven.
Be heer Grootewal wil ter wille van de consequentie een
openbare inschrijving houden. Men moet één lijn trekken.
Spreker kan het niet goed vinden om het werk nu zoo maar te
gunnen, daar men dan ook wel het bouwen van een garage voor
de politie-auto bij het Raadhuis kan gunnen aan een timmerman,
die toevallig in het Raadhuis aan het werk is.
Be heer van Klooster, die eerst niet wist aanwien het
werk zou worden opgedragen, meent dat het hier om de vraag