27 Mei 1952 74.
Mei 1952, no.1436/2246 meenen B. en W. dat de gemeente
pnder de door den Minister gestelde voorwaarden geen sub
sidie moet aanvaarden, aangezien een goede werkloozenzorg
zich tegen het naleven van die bepalingen ten -enenmale
verzet. B. en W» zullen omtrent deze aangelegenheid gaar
ne het oordeel van den Raad vernemen.
De heer de Bruijn vraagt hoeveel de afwijzing der
subsidie de gemeente zal schelen.
De Voorzitter zegt dat de Rijkssubsidie naar alle
waarschijnlijkheid 25 a 50zou bedragen, doch de voorwaard*
welke door den Minister gesteld worden, zijn soms zeer ver
schillend.
De heer Bleeker, die van meening is dat het bezwaar
lijk is de door het Rijk gestelde voorwaarden te acceptee
ren, wil deze zaak nog wel eens bekijken, temeer waar de
Minister ook medegedeeld heeft geen vrijheid te kunnen
vinden zijn steunregeling geldig te verklaren voor de vc.rk-
looze bouwvakarbeiders.
De heer Busch wil deze zaak ernstig onder oogen zien.
Spreker vraagt zich af wat de gevolgen van een en ander
zijn, als de Regeering haar standpunt blijft handhaven.
De heer Gasille meent dat de thans aangenomen houding
in de toekomst wellicht niet meer te handhaven is.
De Voorzitter deelt mede, dat het college van oordeel
is, dat het gemeentebestuur niet aan de door den Minister
gestelde voorwaarden kan voldoen.
De heer Endendijk stelt voor deze aangelegenheid om
advies in handen te stellen van de Werkverschaffingscom
missie.
De heer Busch wil nu aanvaarden de thans bestaande
regeling, terwijl bij de nieuwe werkverschaffingsperiode
deze zaak opnieuw bekeken kan worden.
De Voorzitter zegt, dat, wanneer men de regeling van
den Minister aanneemt, er practisch geen werklooze meer bij
de werkverschaffing geplaatst kan worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het voorstel
van B. en W. aangenomen, terwijl deze aangelegenheid bij de
nieuwe werkverschaffingsperiode opnieuw onder oogen zal
worden gezien.
69.VERKT.ER. (1e afd.nr. 1 9}8)
Voorstel van Burgemeester en Wethouders om geen nadere
voorschriften te maken ten aanzien van de beveiliging van
het tramverkeer te Soesterberg.
Burgemeester en Wethouders stellen voor niet over te
gaan tot het geven van bedoelde voorschriften, aangezien
zulks naar hun oordeel niet noodzakelijk is te achten, daar
de toestand ter plaatse tengevolge van de verbrecdirg ran
den weg thans aanmerkelijk is verbeterd.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
wordt het voorstel van Burgemeester en Wethouders aange
nomen.
70.BELASTINGEN. Qe afd.no.2525
Vaststelling van nieuwe verordeningen op de heffing
en invordering van leges.
De heer Busch stelt voor deze ontwerp-verordeningen
nog eens om advies naar de Belasting-commissie te verwijzen
en