24 Juni 1952 90. moeilijk het is te besluiten tot verhooging van uitgaven, en toch M. de V.vraag ik mij af, heeft de commissie hier wel goed gezien? heeft zij recht gedaan? Ik voor mij zou die vraag niet in bevestigenden zin durven beantwoorden.Wat toch is het geval Aan enkele ambtenaren zijn in verband met wat zij presteerden, toegekend een of meer periodieke verhoo gingen, omdat men geen salarisverhooging wenschte voor te stellen in het midden van een dienstjaar, maar deze aange legenheid zou bij de behandeling der begrooting worden opge lost. Die oplossing werd toen gevonden door deze zaak te stellen in handen van de salariscommissie, die wel sterk den indruk heeft gemaakt, dat, zooals wel meermalen wordt beweerd, een commissie een kapstok is, waaraan men een zaak ophangt, want eerst nu, na herhaald aandringen, komt de commissie met het advies om alles te laten zooals het is; alleen doet zij een voorstel ten opzichte van de vaste aanstelling van e„en tijdelijk ambtenaar, een voorstel, dat mijn volle instemming heeft. Doch overigensNu heeft de commissie in haar rapport den indruk gewekt of zij gezocht heeft naar alle meer of mindere bezwaren, en op grond daarvan heeft zij de kwestie waar het eigenlijk om ging verdoezeld en als onop losbaar weer teruggezonden, daardoor de meer of mindere on billijkheden niet alleen latende bestaan, hetgeen jammer is, maar wat m.i.veel erger is, zij heeft geen recht gedaan.Als motief geeft zij op de moeilijke financieele omstandigheden zoowel bij de gemeente als bij zooveel particulieren in het algemeen. Mijnheer de Voorzitter.Ik kan mij dat voorstellen; met de wetenschap dat bijna elk belastingbetaler zijn inkomsten ziet verminderen, bij sommigen anstig veel, en dan voorstel len te doen tot salarisverhooging, dat zou bij het publiek niet den indruk geven van "moed", doch eerder bestempeld worden met "roekeloosheid", en toch M.de V., meen ik dat daarvoor niet op zijde gezet mag worden de rechtvaardigheid. Op grond van dit laatste had getracht moeten worden een op lossing te vinden. Die oplossing was m.i. wel te vinden. Nog buiten beschouwing latende, dat de uitgaven ten laste van het gasbedrijf geheel door dat bedrijf worden gedekt en bovendien nog een zoet winstje overblijft (dit maakt de on rechtvaardigheid nog grooter) zou ik toch nog een andere op- lossing willen zoeken, waarbij recht en billijkheid wordt betracht, al vrees ik, dat sommige ambtenaren het minder aan genaam zullen vinden als zij hooren wat ik voorstel, n.1. "de zaak weer in handen steilen van de Salariscommissie met verzoek alle onbillijkheden op te lossen en daarna te beoor- deelen of salarisverlaging, door een tijdelijke korting, noodig is ingaande op een door de commissie te bepalen da tum. Als op die wijze recht is gedaan, kan het m.i. geen bezwaar zijn een dergelijk voorstel te doen, omdat èn de sa larissen èn de presentiegelden voor raads- en commissie-ver gaderingen in verband met den algemeenen levensstandaard van dien aard zijn, dat eenige korting geen ramp beteekent. Ik wil daarbij opmerken, dat de lagere salarissen daarin het minste moeten bijdragen, door b.v. de eerste 1000,= vrij te laten en voorts de korting progressief te doen zijn. Dit zou m.i. een oplossing zijn, welke het rechtsgevoel bevredig t

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1932 | | pagina 180