24 Juni 1932.94.
Zoowel het hoofd, als de boekhouder en de klerk—typist hebben
recht op een behoorlijk salaris.
De heer van Klooster zegt naar aanleiding van het gezeg
de van den heer Nooder over de tarwe en varkens, dat een ieder
toch ook geprofiteerd heeft van de lagere prijzen.
De heer Nooder zegt dat de wijze van productie de oor
zaak der malaise is.
De heer van Klooster wil voorts naar aanleiding van de
opmerking van den heer Nooder nog even mededeelen, dat geble
ken is dat de titel van den boekhouder van het gasbedrijf niet
zoo hoog is als wel was voorgesteld.
De heer de Bruijn zegt dat het hem spijt dat geen rege
ling getroffen is voor het personeel bij het gasbedrijf. De
salarissen van dat personeel dienen op hetzelfde niveau te
worden gebracht als vastgesteld is voor andere ambtenaren.
Gaat men hiertoe over, dan is recht gedaan. Hierna kan men
zien of in verband met de nieuwe begrooting tot verlaging moet
worden overgegaan, waarbij men in het oog moet houden dat hier
veel menschen in de gemeente wonen, die niet weten hoe ze zich
in deze tijdsomstandigheden moeten redden, zoodat het niet
aangaat dat een bepaalde groep, n.l.gemeentepersoneel, ptofi-
teert van de tijdsomstandigheden. De Raad zit hier immers voor
de behartiging der gemeenschapsbelangen.
De heer Grootewal geeft de heeren Endendijk en de Bruijn
in overweging ook hun licht eens op te steken bij andere af-
deelingen, om te zien welke werkzaamheden daar te verrichten
zijn.Spreker meent dat genoemde heeren de zaak van het gas
bedrijf te eenzijdig bekijken. Ook andere afdeelingen zijn
niet minder ijverig. Spreker zegt dat genoemde heeren zich
voldoende moeten laten inlichten in andere gemeenten en dat ze
dan één lijn moeten trekken om een behoorlijk inzicht te ver
krijgen. Spreker stelt voor het voorstel van de commissie en
van B. en W. te aanvaarden, terwijl elk lid dan nog eens af
zonderlijk kan informeeren.
Mejuffrouw Funke wijst er op dat in dezen tijd vele men
schen met vaste posities worden gehandhaafd, terwijl bij par
ticulieren vele menschen worden ontslagen. Het moet dan ook
voor de ambtenaren een groote vreugde zijn wanneer ze worden
gehandhaafd. Wanneer een ambtenaar voorts weet dat hij voor
zijn werk berekend is in een positie welke feitelijk hoo-
ger bezoldigd behoorde te worden, geeft dat toch ook een ge
voel van genoegdoening.
De heer Endendijk vraagt den heer Grootewal of hij zich
bij hem om inlichtingen mag vervoegen. Spreker wil het voor
stel van den Voorzitter aannemen, waarbij als basis wordt
aangenomen recht te doen.
De heer Grootewal zegt dat de heer Endendijk wel aan hem
inlichtingen mag vragen.
De heer Busch vestigt er nog de aandacht op dat te Mep-
pel een hoofd vgn een bedrijf werd gevraagd op een jaarwedde
van 2400,=. Het Hoofd der afd.Financiën alhier kan komen óp
een salaris van 4000,=, hetgeen dus een verschil maakt van
1600,=. Is verlaging van salarissen noodzakelijk, dan moet
daartoe ook worden overgegaan. Spreker wil het voorstel van
den Voorzitter aannemen, zoodat de commissie dan actief
blijft om na te gaan of het al dan niet noodzakelijk is tot
verlaging