24 Juni 1932 107. begrepen de vergadering(enwaarin de begrooting zal worden behandeld. Van deze regeling zal openbare kennis"* geving plaats vinden, zoodat belanghebbende ingezetenen met het indienen van aanvragen, verzoekschriften enz. daarbij rekening zullen kunnen houden. Spreker zegt dat de ze aangelegenheid ook hedenmorgen is behandeld in de ver gadering van B» en W. en het college kon zich met dezen gang van zaken vereenigen. Aan alle hoofden van dienst zal nu worden medegedeeld, dat de stukken op een bepaalden tijd moeten zijn ingeleverd, om behandeld te kunnen worden in de eerstvolgende raadsvergadering. De heer Gasille deelt den medeonderteekenaars van het voorstel mede, dat hij zich bij wijze van proef met deze regeling vereenigd heeft.Spreker hoopt dat hieraan de hand zal worden gehouden. Waar deze regeling ook ter openbare kennis zal worden gebracht, heeft men kans dat ze een nuttig effect zal opleveren. Wanneer bedoelde regeling niet stipt uitgevoerd mocht worden zal Spreker het voorstel tot regle mentswijziging omtrent deze aangelegenheid wederom opnieuw ter sprake brengen. Spreker trekt mitsdien namens de mede onderteekenaars het voorstel voorloopig in. De heer Endendijk zegt dat hij dan ook een voorstel tot reglementswijziging mede zal onderteekenen. De Voorzitter doet hierna mededeeling van het advies der Wetgevende Commissie met betrekking tot de voorgestelde wijzigingen der Algemeene Politie-verordening. Spreker zegt dat geen bezwaren zijn tegen de voorgestelde wijziging van art.bl, doch ten aanzien van de overige voorgestelde wijzi gingen is het de vraag of de Raad wel voldoende voorbereid is De heer Endendijk, die zegt de minderheid in de Com missie te zijn, is van oordeel dat de consequentie der wij ziging van art.6 zeer groot is. De leden kunnen de zaak thans niet voldoende overzien, zoodat hij voorstelt de be handeling uit te stellen tot een volgende vergadering. De heer Gasille wil den Voorzitter even opmerken, dat naar zijne meening art.221 der Gemeentewet geen beletsel kan zijn voor de voorgestelde wijziging van art.6 der Alge meene Politieverordening. Spreker leest art.221 der Gemeen tewet luidende als volgt voor:"De politie over de schouw burgen, herbergen, tapperijen en alle voor het publiek s openstaande gebouwen en samenkomsten, benevens over openba- vermakelijkheden behoort aan den Burgemeester. Hij waakt tegen het doen van met de openbare orde of zedelijkheid strijdige vertooningen"Volgens de bestaande jurisprudentie heeft de eerste zin van dit artikel uitsluitend tot beteeke- nis dat den Burgemeester alléén de uitvoering van de door den Raad te maken bepalingen kan worden opgedragen. De Raad schrijft dus voor verbiedt of gelast, en de Burge meester voert dus de voorschriften van den Raad uit. De heer van Klooster wil naar aanleiding van het ge zegde van den heer Gasille opmerken, dat nu reeds blijkt dat verschil van meening omtrent deze questie bestaat. Men kan dus daarom alleen al niet van de leden verlangen dat ze wel op de hoogte van alles zijn. De heer Gasille zegt dat hij niemand der leden met het voorstel

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1932 | | pagina 214