118. inkoop van het gas. Men gaat nu het gasbedrijf belasten,ter wijl dit bedrijf steun noodig heeft. Het bedrijf, dat renda bel moet zijn, wordt nu belast met een bedrag van 3000,=. Wanneer het voorstel van B. en W. geaccepteerd wordt, zal de gasprijs onherroepelijk moeten worden verhoogd, hetgeen Spre ker funest acht in deze tijdsomstandigheden. Spreker heeft voorts gezien, dat thans voorgesteld wordt een geldleening aan te gaan tegen een rente van 5ir/° per jaar. Spreker, die deze rente hoog vindt vraagt of wel alle pogingen in 't werk zijn gesteld om een leening af te sluiten tegen een Voordeeliger rente Het is Spreker bekend dat andere gemeen ten een voordeeliger leening hebben gesloten, o.a. den Haag, welke gemeente een leening sloot van 5 millioen tegen 55$. Voorts heeft den Haag vele aanbiedingen ontvangen. Het maakt hier een verschil van -frente. Spreker vraagt dus of de mo gelijkheid niet bestaat om een voordeeliger leening aan te gaan. De heer van Klooster wijst erop dat de questie inzake de afschrijvingspercentages in de Gascommissie breedvoerig is besproken. Spreker verzette zich aanvankelijk tegen de wijzi ging der percentages, omdat deze percentagesjmet ingang van 1931 verlaagd werden op inspiratie van den verificateur Janssen. Spreker heeft zich tenslotte in de commissie bij het voorstel nedggelegd, omdat volgens deandere leden handhaving der thans bestaande percentages niet wenschelijk was. De heer Nooder merkt ten aanzien van het voorstel van B. en W. tot het aangaan eener geldleening op, dat in de aan bieding van het Pensioenfonds staat dat de aanvrage slechts in behandeling kan worden genomen voorzoover niet reeds een bod is gedaan door de Rijkspostspaarbank, de Rijksverzeke- ringsbank of den PensioenraadSpreker, die dit een zeker dreigement vindt, meent dat hier B. en W. het mes op de keel wordt gezet. Spreker vraagt of Soest zich ook niet kan wenden tot dezelfde instellingen bij welke andere gemeenten een geldleening aangaan. De heer Gasille merkt den heer Nooder op dat de door de zen bedoelde voorwaarde door elke instelling wordt gesteld. De Voorzitter deelt mede, dat zeker wel 30 a 40 in stellingen zijn aangeschreven voor het sluiten eener leening. Nergens was echter geld te verkrijgen. Echter door persoon lijk bezoek heeft hij nog het aanbod gekregen deze leening voor de gemeente te kunnen aangaan. De door den heer Nooder bedoelde instellingen zijn zóó aan elkaar verbonden, dat wanneer de eene geen geld geeft, de andere het ook niet ver strekt. Het pensioenfonds waarmede thans een leening ge sloten kan worden, staat echter buiten die regeling. Het rentepercentage mag hoog lijken, doch ook andere gemeenten in deze omgeving kunnen geen leening sluiten tegen een lager percentage. Den Haag zal wellicht een obligatieleening aan.- gaan, waardoor de rente wat lager kan zijn. De heer Grootewal deelt mede, dat hij zich in de Gas commissie vóór het voorstel van B. en W. heeft verklaard,om dat het college zei dat het niet mogelijk was een leening aan te gaan met een looptijd van langer dan 40 jaren^Waar het gasbedrijf een groote concurrentie ondervindt van de electriciteit

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1932 | | pagina 236