27 Juli 1952 127.
Vaststelling van het primitieve kohier Straatbelasting
1952.
Dit kohier wordt vastgesteld tot een bedrag van 56.444,94,
terwijl de termijnen van invordering der aanslagen overeenkom
stig het voorstel van Burgemeester en Wethouders worden vastge
steld op 1 Oct.en 1 Dec.1952, telkenmale voor de helft der aan
slagen.
Hierna wordt de vergadering voor enkele oogenblikken ge
schorst
Na heropening komen aan de orde:
9.POLITIE.
Vragen van den heer Busch aan den burgemeester betreffende
ontslag agent van politie met beantwoording.
De heer Busch wil voorzichtig zijn met het houden van be
sprekingen omtrent deze aangelegenheid teneinde geen verkeerde
indrukken naar buiten te vestigen.Spreker zegt dat het hem niet
te doen is om te fulmineeren tegen bepaalde personen of tegen
het politiecorps. Spreker, die niet volkomen tevreden is met de
beantwoording van den Burgemeester, meent dat aan de rechtspo
sitie van den betrokken ambtenaar tekort is gedaan. Daarom zal
hij gaarne vernemen of nog op de een of andere wijze rekening
zal worden gehouden met de belangen van dien ambtenaar.
De Voorzitter zegt dat uit zijn schriftelijk antwoord blijkt.,
dat het Ambtenarenreglement in toepassing is gebracht.
De heer Busch meent dat de Voorzitter gebruik heeft gemaakt
van aanvechtbare bepalingen. De Raad heeft nimmer een lezing aan
de bepalingen gegeven, waaraan thans door den Voorzitter wordt
gedaan. De man krijgt niet wat hem rechtens toekomt. Spreker,die
geen sensatie wil verwekken, heeft geen bezwaar deze aangelegen
heid in geheime vergadering te doen behandelen, tenzij de Voor
zitter anders wil. Spreker meent dat hier niet objectief is
gehandeld. Welke satisfactie krijgt de man, vraagt Spreker. Spre
ker is er niet van overtuigd dat hier gehandeld is overeenkomstig
het Ambtenarenreglement. Hier moet recht worden gedaan, en Spre
ker heeft geen bezwaar in geheime vergadering verder over deze
aangelegenheid te spreken.
De Voorzitter zegt dat hij wel aan het verzoek van den heer
Busch om in geheime vergadering verder over deze zaak te spre
ken, wil voldoen, wanneer zulks nog noodig mocht blijken te
zijn. Spreker zegt dat omtrent een en ander overleg is gepleegd
met den vertegenwoordiger van de organisatie, waartoe de politie
ambtenaar behoort. Er heeft nog overleg plaats om wat voor den
man te vinden, wanneer hij wenscht mede te werken.
De heer Busch zegt dat men met een ander persoon niet zoo
had kunnen handelen als met den betrokkene. Spreker moet de hou
ding van den vertegenwoordiger der organisatie, waarvan de be
trokkene lid is, laken. De man wordt straks op 1 Augustus ont
slagen, terwijl hij niet weet waar hij aan toe is. Hier is ge
bruik gemaakt van de onwetendheid, waarin de man verkeert. Men
heeft hem maar een biljet ter teekening voorgelegd als een aan
vrage van vervroegd pensioen. Een dergelijke behandeling is te
laken. De belangen van dien man zijn niet veilig in handen van
den bestuurder der organisatie. Wanneer de Voorzitter zegt dat
hij nog omtrent deze zaak in onderhandeling is, dan is deze op
den verkeerden weg. Hier is geen sprake van wangedrag bij den
man. Spreker keurt den gang van zaken af daar bij dit geval
ook anderen een rol hebben gespeeld. Een der ambtenaren van po
litie