JO November 1952 195» begonnen, en in 1928 is er een school voor U.L.O.bijgekomcn. In 1924 bedroeg het aantal leerlingen voor de lagere school 91 en in 1951 79* Het aantal leerlingen van de school voor U.L.0- be droeg bij de oprichting 27 en in 1952 29- Men taoet hier niet uit het oog verliezen dat er in werkelijkheid twee scholen zijn en dan is de toestand der school niet bepaald bloeiend te noe men. Waar de school dus niet zoo erg levensvatbaar is,, zou Spreker het zeer toejuichen wanneer met een en ander een jaar gewacht kon worden, zooals door den heer de Bruijn naar voren is gebracht. Thans zijn er 20 leerlingen in het be leerjaar, die wellicht naar de U.L.0. school zullen overgaan. Wanneer dus een jaar gewacht wordt, heeft men misschien een beter over zicht om een beslissing te nemen. De Voorzitter zegt dat deze zaak terecht een lijdensge schiedenis is geworden. Eerst was men zeer enthousiast over de plannen tot den bouw van een nieuwe school, doch dit enthousi asme is spoedig gezakt, toenhet aantal leerlingen van het eerste leerjaar op 16 Sept.1951 slechts 7 bedroeg. Spreker kan zich niet voorstellen dat de besprekingen stroef zijn geweest; vele malen is geconfereerd. Ook door Spreker persoonlijk zijn nog besprekingen gevoerd met het hoofd der school omtrent het al of niet voortzetten der U.L.0.school. Van afschaffing der U.L.0. school was geen sprake, hetgeen Spreker zich van de zijde van het hoofd wel kan voorstellen. Alles is onder oogen gezien en besproken, n»l. bthuw, bijbouw, aanbouw,bovenbouw, hulplokaal en overname Nijverheidsschool. Toen het college nog aanbouw van een hulplokaal voorstelde, stelde het Bestuur de overname van de Nijverheidsschool voor. Alleen het aanbrengen van de door het Bestuur gewenschte veranderingen zou een uitgaaf vorderen vaa ruim 9000,= Nogmaals zijn toen berekeningen opgemaakt en men kwam tot de conclusie dat het bouwen eener nieuwe school het voordeeligste voor de gemeente zou zijn.Spreker, die er op wijst dat deze zaak eigenlijk min of meer in het drijfzand is terecht gekomen, zegt dat B. en W. dus als resultaat van de gehouden besprekingen het voorstel doen het benoodigde crediet toe te staan voor den bouw eener nieuwe school. De heer Busch wil de behandeling van het voorstel van Bur gemeester en Wethouders verdagen opdat het groote bedrag, dat thans gevraagd wordt, gereduceerd wordt. Spreker is niet voor verdaging om de levensvatbaarheid te beoordeelen naar het leer lingenaantal. Een verlaging van het benoodigde crediet kan al leen bereikt worden door overleg met het schoolbestuur. Zooals door den Voorzitter reeds is gezegd, zijn de gevoerde onder handelingen eigenlijk in het drijfzand terecht gekomen. Hart be stuur der vereeniging bestaat uit nette staatsburgers, die niet zullen pogen de gemeentelijke uitgaven hoog op te voeren. Spre ker geeft B. en W. in overweging deze voordracht terug te nemen, daar een zeer goede oplossing wel mogelijk is Men moet de zaak niet voor een jaar uitstellen om na te gaan of de school toekomst heeft. V/aar het onderwijs van een nieuwe richting is, is Spreker ervan overtuigd dat deze school wel degelijk toe komst heeft. Spreker betreurt het dat de Financieele Commissie weigert de gelden toe te staan. Volgens de Wet is deze weigering niet mogelijk. Spreker stelt voor zonder tot stemming over te gaan, de voordracht terug te nemen en met het schoolbestuur nieuwe besprekingen te houden. De Voorzitter

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1932 | | pagina 386