22
224.
bestuur met 2 leden, en de mogelijkheid tot benoeming van
vrouwen als lid. Slechts deze wijzigingen worden voorgesteld,
omdat de steunverleening der werkloozen volgens de tegenwoor
dige regeling niet meer door het Burgerlijk Armbestuur ge
schiedt, en dus alleen steun verleend wordt aan de werkelijke
armen.
De heer Nooder zegt dat hij op deze zaak wel zal terug
komen wanneer de desbetreffende voorstellen ter behandeling
aangeboden worden.
De begrooting van het Burgerlijk Armbestuur wordt hierna
zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
De Voorzitter stelt nu aan de orde de artikelsgewijze be
handeling der gemeentebegrooting voor het dienstjaar 1953»
uitgaven.
Bij de desbetreffende posten wordt door den Voorzitter mede-
deeling gedaan van de wijzigingen en aanvullingen, welke den le
den zijn medegedeeld bij schrijven van Burgemeester en Wethou
ders dd.16 Dec.1932» no.2600.
Vervolgens wordt ten aanzien van de navolgende posten het
woord gevoerd.
Volgno.252. Jaarwedden van de Wethouders.
De heer Busch zegt het niet eens te zijn met het antwoord
van B. en W. omtrent de voorgestelde korting op de jaarwedden
der Wethouders. Spreker stelt een verlaging voor van 20$.
De heer Grootewal zegt het niet met den heer Busch eens te
zijn. Wanneer de Wethouders hun plicht doen, moeten zij 100$
van hun werkkracht geven, en dan is een jaarwedde van 1500,=
niet te hoog. Spreker kan zich dus niet met een verlaging van
20$ vereenigen, doch gaat accoord met een verlaging van 10$.
De heer de Bruijn wijst erop dat, waar de raadsleden hun
presentiegeld willen verlagen voor de commissievergaderingen,
hij gedacht had, dat de Wethouders ook wel spontaan zouden mee
gaan tot verlaging hunner wedden. Spreker, die van Wethouder
van Duren zelf heeft vernomen, dat deze zich niet voor 100$ aan
het wethoudersambt kan geven, wil de wedden met 20$ verlagen.
De heer Gasille kan zich wel vereenigen met het voorstel
van B. en W. om een korting op de jaarwedden van elk der wet
houders toe te passen van 100,= per jaar voor de jaren 1933
en 1934» Zooals door den heer Grootewal ook reeds gezegd is,
moet men rekening houden met de werkzaamheden der wethouders.
Bij de door B.en W. voorgestelde verlaging bedraagt de korting
plm. 6$.
De Voorzitter vindt een korting van 20$ te hoog. Een kor
ting van 100,= is aannemelijk in verband met de verlaging der
salarissen van het gemeentepersoneel. Men moet den werkkring
van de Wethouders objectief bekijken.
De heer Endendijk onderschrijft het gezegde van den heer
Grootewal, dat een jaarwedde van 1500,= voor een wethouder
niet te hoog is wanneer deze zijn krachten aan de gemeente
geeft. Het is echter wel een ander geval met de korting bij de
wethouders in vergelijking tot de ambtenaren. Een ambtenaar
heeft één werkkring, en van het salaris moet hij leven. Een wet
houder daarentegen xs niet geheel aan zijn werkkring gebonden.
Deze kan zijn werkzaamheden, verbonden aan het wethouderschap,
zelf regelen in verband met zijn andere werkzaamheden. Spreker
vindt daarom bij de wethouderssalarissen een hoogere aftrek dan