98. gegeven van f ^00.- en 250.=. Spreker meent dat men zich moet schamen om nu 15,= van de reeds niet hooge toelagen af te trek ken* Een uniforme regeling voor het geheele land met een een- traal magazijn voor politiekleeding zou de beste oplossing zijn. Waar zulks niet bestaat, mag de politie te Soest niet de dupe worden van het voorstel van B. en W. Een der jongste agenten heeft alles nieuw moeten aanschaffen, tengevolge waarvan hij thans nog een schuld heeft van 160,=. Bovendien moet de po litie in de hondsdagen met een zwaar lakensch pak loopen. In verband met het door hem naar voren gebrachte geeft Spreker den leden in overweging zich nog eens driedubbel te bedenken ten aanzien van de door B. en W. voorgestelde vermindering ad 15,=. Men vraagt de volle plichtsbetrachting der politie, zoo dat men ook thans een tegemoetkomende houding dient aan te nemen. De heer Busch merkt op dat de Raad de beslissing van het Georganiseerd Overleg niet behoeft op te volgen. Spreker heeft ook appreciatie voor het Georganiseerd Overleg en voor het werk van den heer Grootewal. Deze moet evenwel niet boos zijn wanneer het voorstel van het Georganiseerd Overleg wordt afgewezen. Wanneer Spreker anders over deze zaak denkt, is er geen sprake van wantrouwen. Spreker wijst er vervolgens op dat het kleeding- geld als compensatie dient voor kleedingderving, zoodat dit geld geen tractementstoelage is. Men moet dus een vergoeding toekennen, welke in overeenstemming is met de kosten der kleeding. Kunnen de agenten, berekend over een zeker aantal jaren, niet met de toelage toe, dan moet men een toelage tot een hooger bedrag toe kennen, doch de agenten hebben nimmer aangetoond dat de toelage niet toereikend is. Het bedrag is dus blijkbaar voldoende.Naar aanleiding van de opmerking van den heer de Nies aangaande de schuld van een der jongste agenten, ontstaan door aanschaffing van kleeding, moet Spreker opmerken dat deze agent bij zijne in diensttreding alles nieuw moest aanschaffen, zoodat men hiermede in dit verband geen rekening kan houden. Spreker wijst erop dat een uniforme regeling voor het geheele land wel nuttig zou wer ken, doch waar deze nu eenmaal niet bestaat, moet men rekening houden met de plaatselijke omstandigheden. Spreker acht hier de toelagen niet te laag. Ten aanzien van de bezoldiging van het gemeentepersoneel wil Spreker opmerken dat dit personeel naar zijn oordeel niet te laag wordt bezoldigd, zoodat de voorgestel de korting op de wedden en loonen z.i. met het oog op den minder gunstigen toestand toelaatbaar is te achten. Iemand,die zijn plicht begrijpt, zou het als een beleediging moeten be schouwen, wanneer op het voorstel van de Commissie voor het Ge organiseerd Overleg werd ingegaan. Een ieder moet tegenwoordig een offer brengen, zoodat de ambtenaren ook een gering offer behooren te brengen. De raad is hier eigenlijk nog zeer clement. Men moet absoluut rekening houden met de tijdsomstandigheden en medewerken tot verbetering van den toestand. Door samenwerking behoort men ook in het Georganiseerd Overleg tot overeenstem ming te komen. Tenslotte zegt Spreker dat men de zaak niet als een politiek object moet beschouwen, doch als een kwestie van wijs beleid. De heer Grootewal zegt dat de heer Busch het over wijs be leid heeft. Spreker zou het niet direct een kwestie van wijs beleid vinden wanneer ingegaan werd op de voorstellen van B. en W. Aan den eenen kant dringt men erop aan dat het personeel zijn

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1933 | | pagina 196