102.
93»HINDERWET (1e afd.no.2922
Adres van Gebr.Berkhout te Amsterdam, verzoekende ontheffing
van de verordening ex art.4 der Hinderwet voor de oprichting
eener steenhouwerij.
Naar aanleiding van het advies van den Technisch Ambtenaar
belast met de leiding van Bouw- en Woningtoezicht stellen B. en
W. voor de gevraagde ontheffing niet te verleenen, aangezien te
verwachten is dat door de machines van deze inrichting hinderlijk»
trillingen en geraas worden veroorzaakt, terwijl een dergelijke
inrichting veel stof verspreidt en voorts door het opleggen van
voorwaarden aan het bezwaar van hinder niet afdoende kan worden
tegemoet gekomen.
^e heer Busch vraagt of de Technisch Ambtenaar van Bouw-en
Woningtoezicht zich heeft verstaan met soortgelijke inrichtingen,
daar hij betwijfelt of men in deze gemeente wel voldoende erva-
ting op dit gebied heeft. In Amsterdam zijn honderden van derge
lijke inrichtingen in de bebouwde kom en daar bemerkt men niets
omtrent hinder. Spreker wil gaarne op technische gronden bewezen
hebben dat de inrichting hinderlijk is voor de omgeving, zoodat
hij nu dadelijk het voorstel van B. en W. niet wil aanvaarden.
Waar deze zaak te ernstig is om zoo maar een besluit te nemen,
zal Spreker gaarhe vernemen of de technisch ambtenaar op eigen
initiatief rapport heeft uitgebracht.
De heer de Nies wijst er op dat de steenhouwerij zal worden
gevestigd in de oude dropfabriek aan de Kerkstraat. Deze is op
vrij grooten afstand gelegen vanaf de bewoonde perceelen, zoodat
hij vermoedt dat de omwonenden van het bedrijf geen hinder zullen
hebben. De uitoefening van een dergelijk bedrijf in -ide gemeente
is ook wel van belang. De werkgelegenheid ter plaatse wordt door
zoo'n bedrijf allicht weer bevorderd.
De heer van Dam zegt dat hij vroeger naast een steenhouwerij
heeft gewoond en dat hij nimmer eenigen hinder van het bedrijf
heeft ondervonden.
De Voorzitter merkt op, dat de Wet toch een steenhouwerij
als hinderlijk bedrijf voor de omgeving aanmerkt.
De heer Endendijk acht een nader onderzoek door B. en W.
toch wel gewenscht.
De Voorzitter zegt dat B« en W. alsnog een nader onderzoek
omtrent hinder van een dergelijk bedrijf zullen doen instellen,
zoodat zij dit punt van de/agenda terugnemen.
94BOUWPOLITIE (1e afd.no.29^5).
Adres van J.Moester verzoekende ontheffing van art.15 der
Bouwverordening.
Burgemeester en Wethouders stellen voor aan de N.V.Bouw
Maatschappij "Heiderand" dir.J.Moesterwonende alhier Plasweg
27, ontheffing te verleenen van het bepaalde in art.15 der Bouw
verordening in verband met den door haar voorgenomen bouw van
een complex van drie woningen onder één kap, op een terrein,ge
legen aan den Plasweg, kad. bekend in Sectie D.no.1971» De plaats,
waar voormeld bouwwerk zal worden opgericht, zal nader door
B» en W. worden geregeld hij de te verleenen bouwvergunning.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
het voorstel van B. en W. aangenomen.
95.BOUWPOLITIE (1e afd.no.2804)
Adres van Joh.Mets, verzoekende terugbetaling van een in
dertijd door hem gestort bedrag in de gemeentekas voor trottoir-
aanleg