120» stand kan komen, zoodat de zaak op den openingsdag aan een Stich ting kan worden overgedragen» Het is ook in het belang der zaak dat de exploitatie vanaf den beginne in handen der stichting is, dan dat de overdracht op een later tijdstip moet plaats hebben; eventueele kwesties kunnen alsdan voorkomen worden» De Voorzitter herhaalt nog eens dat Ged-Staten zich in prin cipe met een Stichtingsvorm hebben vereenigd» De totstandkoming eener Stichting gaat in den regel niet zoo vlug als man wel ver onderstelt. Bovendien is daarvoor ook nog Koninklijke goedkeuring benoodigd. Spreker acht het dan ook beter dat zoodra men een stichting heeft, over de verdere leiding gesproken wordt. De heer Grootewal zegt dat men de Stichtingskwestie al veel eerder had kunnen aanpakken» De heer Gasille meent ook dat een stichting misschien nog wel tijdig voor elkaar is te krijgen. Naar zijn inzicht most er één persoon zijn, die de leiding heeft en die dus verantwoordelijk is voor den gang van zaken. In andere plaatsen berust de leiding meestal bij den badmeester. De Voorzitter zegt dat zoodra er een stichting is, iemand voor de leiding kan worden aangewezen. B. en W. zouden echter voorloopig ook wel iemand kunnen aanwijzen voor de dagelijksche leiding. De heer Gasille dringt nogmaals aan op spoedige totstandko ming eener Stichting. In afwachting daarvan verzoekt Spreker één persoon aan te wijzen, die belast wordt met de leiding en daar voor verantwoordelijk is. De Voorzitter zegt dat hiervoor zal worden zorggedragen» De heer Endendijk merkt nog op dat de Koninklijke goedkeuring voor den Stichtingsvorm wel dadelijk te verkrijgen is. De heer Busch TJoegt hieraan toe dat wanneer b»v» twee leden der Commissie naar den Haag gaan, de zaak wel spoedig in orde kan komen. De heer van Klooster vraagt of voldoende maatregelen kunnen worden genomen om personen, die onrein zijn, in het bad te weren. De Voorzitter antwoordt hierop bevestigend. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het Beglement voor de inrichting vastgesteld. Daarna wordt in behandeling gebracht het ontwerp-besluit waarbij Burgemeester en Wethouders worden gemachtigd over te gaan "tot openbare verpachting van het theehuis. De heer Grootewal zou liever zien dat uitgemaakt werd of de verpachting voor één jaar dan wel voor twee jaren zal geschieden. De Voorzitter wijst erop dat de pachter het recht heeft voor één jaar of twee jaren in te schrijven. B. en W. zullen dan na de gehouden inschrijving een beslissing nemen» Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het ontwerp-besluit vastgesteld, evenals het ontwerp-besluitwaarbij B.en W» worden gemachtigd over te gaan tot openbare verpachting van de rijwiel en autobewaarplaatsen. De Voorzitter zegt vervolgens dat als gevolg van het nader door de Pinancieele Commissie in te stellen onderzoek omtrent de benoodigde credieten,de vaststelling van de begrooting van inkom sten en uitgaven voor het eerste e^ploitatiejaar der inrichting, alsmede de vaststelling van het ontwerp-besluit tot wijziging der gemeente-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1933 | | pagina 240