-28 Juni 19.35 -25-
daar hij ervan overtuigd is, dat bedoelde wegen verbeterd dieren
te worden. De Groote Melmweg en de Lange Brinkweg vragen ooi;
wel afdoende verbetering, doch deze verbetering kan zoc dadelijk
maar niet geschieden. Hieromtrent zal evenwel een onderzoek in
gesteld worden.
De heer van Klooster zegt tevreden te zijn wanneer de Jet-
houder ervan overtuigd is, dat de verbeteringen noodzakelijk
zijn en aangebracht moeten worden.
De heer Busch vraagt waarom dergelijke klachten niet de
Commissie Openbare Werken zijn gepasseerd. Deze commissie heeft
in de laatste 6 weken niet vergaderd. Men voert dergelijke dingen
maar uit zonder dat de Commissie daar iets vanaf weet.Voorts
blijven vele andere dingen achterwege, waaromtrent reeds lang een
beslissing genomen is.
De Voorzitter zegt dat een en ander het gevolg is van de
plotselinge ziekte van den Burgemeester.
De heer Grootewal vraagt of Wethouder Lodeesen nu waarne
mend Wethouder van Openbare Werken is, daar deze een antwoord
geeft.
De Voorzitter deelt mede dat de heer Lodeesen de zaken van
Openbare Werken behandelt tijdens de ziekte van den Burgemeester.
De heer Busch vraagt of het nu gedurende de ziekte van den
Burgemeester geen tijd geweest was om een waarnemend Y/ethouder
te benoemen, daar de toestand zoo niet langer kan blijven.Spre
ker, die ervan overtuigd is dat Wethouder van Duren zijn functie
naar beste krachten vervult, wijst op de onevenwichtigheid van het
college van B. en W. Er dient een sterk college te zijn,waarvan
kracht moet uitgaan.
De heer Grootewal zegt dat Wethouder Lodeesen getoond heeft
geen goed Wethouder van Openbare Werken te zijn, zoodat de Burge
meester deze afdeeling toen voor zijn rekening heeft genomen.
Waarom vervangt Wethouder Lodeesen nu den Burgemeester voorzoover
de afdeeling Openbare Werken betreft, vraagt Spreker. Maar Spre
kers meening zal door deze vervanging niet veel van Openbare
Werken terecht komen.
Wethouder Lodeesen meent dat de heer Grootewal moeilijk kan
bewijzen dat hij ongeschikt is voor de vervulling dier functie
De heer Grootewal zegt dat v/ethouder Lodeesen het tegendeel
dan maar moet bewijzen.
Dp Voorzitter zegt dat de Burgemeester wellicht over enkele
dagen zijn werkzaamheden zal kunnen hervatten, en dan is deze
kwestie weer opgelost.
De heer de Bruijn zegt dat de uitspraken van de heeren Busch
en Grootewal hem uit het hart zijn gegrepen. De Raadsleden zijn
steeds maar met beloften gepaaid, doch het wordt meer dan tijd
dat men eens daden ziet van het college. Er moet in het college
iemand bijkomen, die flink aanpakt, daar er thans een groote
achterstand is. Men dient dus een derden Wethouder te hebben dan
wel een anderen Wethouder in de plaats van een der tegenwoordige
wethouders. Daar roept de gemeente om.
De heer de Nies is het hartroerend met den heer de Bruijn
eens. De vorige keer is deze zaak ook al besproken, en toen is
het nog niet tot een definitieve uitspraak gekomen. Naar Spre
kers raeening moet er binnen den kortst mogelijken tijd een der
den Wethouder bijkomen.
De heer de Bruijn wil deze zaak behandelen in de eerstvol
gende vergadering.
De heer Busch