28 Juni 19^5 147.
dersgezinnen wanneer de werkverschaffing stopgezet wordt. Spreker
zou de werkverschaffing dus nog willen handhaven.
De heer Busch acht het in tegenstelling met de meening van
den heer de Nies om practische redenen wenschelijk om de werkver
schaffing tijdelijk stop te zetten. Er zullen wel verschillende
goedwillende arbeiders zijn, die in het vrije bedrijf gen werk
kunnen krijgen, doch deze kunnen wel aan werk worden geholpen
buiten de werkverschaffing om. In dit verband wijst Spreker erop
dat hij in de Commissie een voorstel heeft gedaan om het werk op
het Hart uit te besteden aan de goedwillende arbeiders. Voorts
wijst Spreker erop dat nog wel meerdere werkzaamheden zijn te
verrichten, als de verbreeding van het rijwielpad naar Soester-
berg, en het aanleggen van een rijwielpad langs het Heeserspoor
naar het Natuurbad. Men moet de goedwillende arbeiders respec
teeren.Zij moeten aan werk worden geholpen, in verband waarmede
Spreker bijzondere aandacht vestigt op de noodzakelijkheid tot
afwerking der wegen op het Hart.
De heer Gasille wijst erop dat den Rijksinspecteur der
Werkverschaffing inlichtingen gevraagd zijn met betrekking tot
de stopzetting der Werkverschaffing. Bedoelde Inspecteur heeft
aan B. en W. en Spreker bij een onderhoud toegevoegd dat bij her
vatting der werkverschaffing wederom rijkssteun zal worden ver
leend voor de thans bestaande objecten. Be Inspecteur heeft
voorts medegedeeld dat in vele gemeenten eenzelfde regeling wordt
getroffen ten aanzien van de stopzetting der werkverschaffing om
de menschen in de gelegenheid te stellen in het vrije bedrijf wer
te zoeken. Spreker wijst er voorts nog op dat op 1 Juli a.s.de
bouwvakarbeiders uit hun kas kunnen trekken. Het is beter om nu
de werkverschaffing stop te zetten inplaats van op een later
tijdstip. De menschen kunnen nu veel beter in het vrije bedrijf
werk zoeken om straks weer in aanmerking te kunnen komen voor
plaatsing bij de werkverschaffing.Op deze regeling, waarmede de
Inspecteur zich dus vereenigt, krijgt de gemeente de goedkeuring
van den Minister. Voorts is het de bedoeling van B. en W. om de
goedwillende arbeiders, die in het vrije bedrijf geen werk kunnen
verkrijgen, te werk te stellen bij Openbare Werken, teneinde
werken uit te voeren, welke alsnog moeten gebeuren.
De heer Busch vreest dat Openbare Werken zulks niet zal
doen en dan worden de betrokkenen daarvan de dupe. De menschen
van goeden wil moeten geholpen worden.
Wethouder Lodeesen zegt dat nog verschillende wegen moeten
worden opgeknapt, waarvoor de plannen in gereedheid worden ge
bracht, zoodat er altijd nog wel werk is te verrichten.
De heer Busch merkt op dat er geen geld meer beschikbaar is.
De heer Gasille zegt dat toch verschillende onderhoudswerken
als het teren der wegen, verricht kunnen worden.Daarvoor is toch
crediet op de begrooting uitgetrokken.
De heer Busch zegt dat hij het funest zou vinden wanneer
de goede arbeiders naar huis moesten worden gezonden.
De Voorzitter zegt dat het inderdaad de bedoeling van
B. en W.is om de door den heer Busch bedoelde arbeiders te hel
pen.
De heer de Nies wil de arbeiders, die in de bosschen ge
werkt hebben, een kans geven om bij Openbare Werken werk te ver
richten tegen productief loon.
Wethouder Lodeesen