167. onder te verstaan het geheel uitgestrekt op den grond liggen met de bedoeling zich aan de zon bloot te stellen gescheiden zal zijn voor mannelijke en vrouwelijke bezoekers, terwijl men dan op het overige strand vrij mag rondwandelen of zitten mits behoorlijk gekleed of in badcostuum. De heer Grootewal meent uit de verschillende besprekingen beluisterd te hebben dat men algemeen van oordeel is dat de rege ling van Zondag j.1. keurig was. Spreker wil dus in principe aannemen de regeling, welke vanaf Zondag j.1. werd toegepast.Men behoeft dit op 't oogenblik niet te reglementeeren. De redactie kan dan nog nader bekeken worden, en deze kan overgelaten worden aan de reglementenbouwers. De bedoeling is dus dat de exploitatie voortaan zal geschieden, zooals deze Zondag j.1. was. De heer van den Berg wil den heer Grootewal erop wijzen dat deze niet begonnen is met kalm overleg.Door het meerendeel der voorstellers tot reglementswijziging en door "de Soester'' is een hetze tegen het natuurbad gevoerd, waardoor dit in een slecht daglicht is gesteld. De eerste drie dagen na de opening van het bad ging alles goed, maar "de Soester" is door haar geschrijf begonnen met de oppositie tegen het bad. "De Soester" is de schuld van alle onaangenaamheden. De heer de Nies moet tegen het gezegde van den heer van den Berg protesteeren. Spreker is het lang altijd niet eens met "de Soester", doch het is onjuist dat hij en de zijnen een hetze op touw hebben gezet. De woorden van den heer van den Berg waren dus in dit opzicht niet goed gekozen. Een ieder heeft zijn eigen zienswijze en Spreker is van oordeel dat de exploitatie, zooals deze voor Zondag j.1. was, een groote onbillijkheid was. Spre ker wil dus zijn eigen zienswijze aan den Baad kenbaar maken. De heer Busch wijst erop dat het personeel eerst in een moei lijke positie verkeerde, zoodat men klachten in de uitvoering niet op het personeel behoort te schuiven. Wanneer er klachten zijn, dan moet men die aan Spreker mededeelen. De heer Nooder vraagt wat de heer Busch dan op het Natuur bad heeft te doen. De heer Busch zegt dat men dit wel weet daar hij de Gedele geerde van B. en W. is. De heer Gasille zegt dat zulks niet mogelijk is, daar arti kel 2 2e zinsnede van het Reglement voor het natuurbad be paalt dat er een door den Baad benoemde Commissie van bijstand voor het beheer der inrichting moet zijn. Deze commissie is echter niet door den Raad benoemd door stemming met briefjes, terwijl de heeren Busch en Endendijk maar orders geven ten op zichte van het natuurbad. Spreker zegt dat de benoeming der Commissie dus nog dient plaats te hebben. De heer Busch zegt dat weliswaar in het reglement van een commissie van bijstand wordt gesproken, doch waar de heeren Ga sille en Nooder steeds geijverd hebben voor de totstandkoming eener stichting, en het bad intusschen al in exploitatie was,is de benoeming van een commissie nagelaten. Het is toch immers nog de bedoeling dat een stichting in het leven zal worden ge roepen. Spreker zegt dat men nu niet met verwijten moet komen. Men moet opbouwen en niet afbreken. De heer Grootewal wil naar aanleiding van het gezegde van den heer van den Berg opmerken, dat men wel een groote mond moest

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1933 | | pagina 336