10 Augustus 1953 187.
eenige wijzigingen door onderling overleg zullen zijn aange
bracht. Binnen twee maanden heeft men dan een plan, waardoor
Soest uit de impasse is. Spreker herhaalt nog eens nadrukkelijk
dat hier geen sprake is van een aantasting van het auteurs-
recht, en dat het niet noodig is om maar weer 2000,= te vo-
teeren voor den heer van Nes. Het schema van het nieuwe plan
is uit den Raad geboren. Spreker, die voorloopig van het woord
zal afzien, neemt geen vrede met dezen gang van zaken.
De heer van Klooster zegt dat hij inderdaad niet getee-
kend heeft op het door de raadsleden, die naar Apeldoorn ge
weest zijn, ingediende rapport, en wel omdat hij zich niet geheel
met een en ander kon vereenigen. De kwestie is n.1. deze.Spreker
is met de heeren de Bruijn, Gasille en Grootewal naar Apeldoorn
geweest, en toen men na een bespreking met den heer van Nes van
10J- tot 12i uur bij dezen wegging, was men nog net zoo ver als
toen men bij hem kwam. Toen de heeren 's middags bij den heer
van Nes terugkwamen, liet deze een afschrift van een brief om
trent zijn honorarium zien, welke brief door hem aan B. en W.
was gezonden. Alle heeren verklaarden niets van dien brief te
weten, en over die zaak is toen veel stof opgewaaid ten huize
van den heer van Nes. Spreker, die dezen brief ook niet heeft
gezien, heeft toen onomwonden tegen den Burgemeester gezegd,dat
hij deze houding niet kon begrijpen. Daarom heeft Spreker zijn
handteekening niet op het rapport geplaatst. Spreker zegt voorts
dat hij ook niet zijn goedkeuring heeft gegeven om den heer van
Nes als adviseur aan te stellen, terwijl hij zich ook niet ver
plicht heeft om zijn volle medewerking in deze te verleenen.
De heer Gasille zegt dat de heeren naar Apeldoorn zijn ge
weest, en dat het schrijven van den heer van Nes, waarover de
heer van Klooster sprak, door den Secretaris aan hem is gegeven
tijdens de besloten raadsvergadering, waarin o.m.over het uit
breidingsplan is gespr-'Oken. Spreker had door de verschillende
besprekingen niet voldoende gelegenheid om dien brief in te
zien, en daarna heeft hij den brief doorgegeven aan den heer
Grootewal. Deze heeft hem blijkbaar ook niet gelezen en vervol*,
gens is de brief weer in handen gekomen van den secretaris.De
heeren de Bruijn en van Klooster hebben dien brief niet gezien.
Spreker heeft dus in die raadsvergadering dien brief wel gezien,
maar niet doorgelezen. Deze brief had evenwel geen waarde voor
het te nemen besluit. De heeren, die naar Apeldoorn geweest zijn
hebben toen besloten, zooals in het rapport is vermeld. Die
brief heeft dus niets met het voorstel te maken. De heeren van
Klooster, de Bruijn en Grootewal hebben toen gezegd dat zij ziel
met dit voorstel konden vereenigen, en dat zij dit zouden steune
Spreker, die den heer van Klooster nu niet begrijpt, zegt dat
hij in dit opzicht geen vertrouwen in den heer van Klooster kan
stellen. Spreker is tweemaal ten huize van den heer van Kloos
ter geweest om het stuk te laten teekenen, doch deze heeft hem
niet willen ontvangen. Spreker heeft daarna het stuk teruggege
ven aan den secretaris. Spreker herhaalt nog eens, dat de heer
van Klooster, evenals de heeren de Bruijn en Grootewal,gezegd
heeft dat hij het voorstel zou steunen.
De heer van Klooster zegt ernstig te moeten protesteeren
tegen de aantijgingen van den heer Gasille. Spreker wil steeds
gaarne een ieder ontvangen, hetgeen van voldoende bekendheid is.
Als Spreker evenwel niet thuis is, kan hij natuurlijk niemand
ontvangen.
De Voorzitter