22 September 19>3 207»
l7»Een verzoek van P.belderbeek om wijziging van het uitbreidings
plan in verband met bebouwing van zijn gronden (no.299Ö)
18.Verzoek van Th.Molthoff en J.S.Easch om ontheffing van art.15
der bouwverordening (no.3133)»
19«Iöem van V/v.Breukelen no«3145).
20.Idem van G.Roelands (no.3147).
21.Een adres van "Hocares"houdende verzoek de Personeele Belas
ting voor hotels en café 's te verminderen (no.3116)
22.Besluit van Ged.Staten tot niet goedkeuring van het raadsbesluit
van 10 Augustus 193.3 "tot uitbreiding van het aantal wethouders
(no.3094)
Nadat de stukken, genoemd sub 1 tot en met 8, voor kennisgeving
zijn aangenomen, wordt besloten de sub 9 genoemde aanvrage van den
heer Busch, tot het houden van een interpellatie aan de agenda toe
te voegen.
Ten aanzien van het sub 10 genoemde adres van Mevr. van der
Spek vestigt de heer Endendijk er de aandacht op, dat een verplaat
sing der lantaarns vermoedelijk voldoende zal zijn. Een vermeerde
ring van het aantal lichtpunten zal niet noodig zijn.
Nadat de Voorzitter heeft medegedeeld, dat de verzoeken, genoemd
sub 11 en 12 reeds in onderzoek zijn, zegt de heer Busch, dat hij een
spoedige afdoening van het verzoek van de Gebr.de Lange (13) had ver
wacht
De Voorzitter antwoordt, dat het desbetreffend advies eerst deg-
morgens is ingekomen en dat geen gelegenheid bestond dit advies on
middellijk te bekijken.
De heer Busch betreurt zulks.
Het verzoek wordt daarop om praeadvies in handen gesteld van
Burgemeester en Wethouders.
Ten aanzien van punt 14 merkt de heer Busch op, dat de heer
van der Kop nog geen bouwvergunning heeft. Spreker vestigt er de
aandacht op, dat deze aangelegenheid reeds l|- jaar in behandeling j.s
en wenscht deze zaak onmiddellijk in de pauze te behandelen.
De Voorzitter antwoordt, dat de heer van der Kop weet, dat hij
zijn bouwaanvrage gestand kan doen, en dat hij onmiddellijk bouwver
gunning kan verkrijgen, zoo hij antwoord wenscht.
De heer Busch is van oordeel, dot de heer van der Kop zijn ver
zoek niet behoeft te herholen. Spreker, die de vraag stelt, of ieder
een wel overtuigd is, dat het in de vorige raadsvergadering genomen
besluit inzake wijziging van het uitbreidingsplan juist is, wil niet
op een kaartje zonder meer beslissen, doch ter plaatse bekijken of
aankoop noodzakelijk is.
De Voorzitter wijst er op, dat alles ter sprake kan komen bij
het nader uit te brengen advies, waarna de heer Gasille er de aan
dacht op vestigt, dat de Commissie de zaak nader wil bekijken.
Dè heer Nooder neemt deze aangelegenheid waar om er op te wij
zen, dat het uitbreidingsplan meermalen wordt aangegrepen om een
bouwvergunning aan te vragen. De bedoeling is dan in het geheel niet
om te bouwen, doch om een zoo groot mogelijk bedrag als schadever
goeding uit de gemeentekas te verkrijgen. Immers wordt door middel
van wijziging van het uitbreidingsplan de bouwvergunning verleend,
dan blijkt, dat men geheel niet van zins is te bouwen.
De heer Busch protesteert tegen deze uitlating, daar hij den
heer van der Kop kent als een eerlijk en rechtschapen mensch.
De heer Gasille