22 September 19^3 214.
werken, Uitbreidingsplan en Grondbedrijf tal van onderwerpen
worden behandeld, welke met elkander in verband staan. Daarom
is het gewenscht in die commissiën dezelfde personen te benoe
men.
Mej.Funke betreurt het, dat het vrouwelijk oordeel niet ge
hoord wordt in de Commissie van openbare werken. De nieuwbouw
toont het aan, hoe weinig met dat oordeel wordt rekening ge
houden. Was er nog een vrouw in dezen raad, dan had Spreker deze
gaarne voor een dergelijke commissie aanbevolen.
De heer Nooder, die. het door mej.Bunke gesprokene onder
schrijft, ziet gaarne strooming zooveel mogelijk in de
commissiën vertegenwoordigdSpreker, die de werkkracht van den
heer Busch wel waardeert, is van oordeel, dat deze blijkens zijn
voorstel zich aardig in de commissiën hoopt te nestelen.
De heer de Nies, die zich zelf stiefmoederlijk bedeeld acht,
vindt het een verlies, dat de heer Busch niet in de Commissie
werkverschaffing wenscht plaats te nemen. Spreker dringt er bij
den heer Busch op aan, op zijn besluit terug te komen, daar hij
in bedoelde commissie vele goede dingen naar voren heeft ge
bracht en zijn adviezen op prijs worden gesteld.
De Voorzitter wijst mej. Funke er op, dat een vrouw beter
thuis behoort in een afzonderlijke bouwcommissie, waarin derhal
ve geen onderwerpen als wegaanleg en dergelijke worden behandeld.
Spreker wijst er voorts op, dat het de bedoeling was aan de
bestaande commissie Uitbreidingsplan toe te voegen de heeren de
Bruijn en van Klooster, die met eenige leden uit de bestaande
commissie mede zijn geweest naar Apeldooorn tot het voeren van
een bespreking met den heer van Nes over de afwerking van het
uitbreidingsplan. Spreker erkent hierbij, dat de weglating van
den naam van den heer Hornsveld op een vergissing berust. Spreker
stelt voor thans tot stemming over te gaan. De heer Nooder wil
eerst uitgemaakt zien, dat de commissie Uitbreidingsplan en Grond
bedrijf niet gescheiden zal worden.
De heer Busch wil een verderstrekkend voorstel indienen n.1.
om van de drie door hem eerder genoemde commissies^ n.1. die van
Openbare Werken, Grondbedrijf en Uitbreidingsplan é^n commissie
te maken of in principe te besluiten daarvoor dezelfde leden te
benoemen.
De heer Gasille begrijpt niet de noodzakelijkheid om voor
deze drie commissies dezelfde- leden te kiezen en acht het voorts
niet te verdedigen, om gelijk de heer Busch wenscht, in de Com
missie Uitbreidingsplan 4 tegenstanders van dat plan te kiezen.
De heer Busch antwoordt hierop, dat deze 4 de eenigsten
zijn, die gelijk hebben gekregen.
De heer Nooder acht het voorstel van den heer Busch te ge
waagd en te ingrijpend. De practijk van de laatste jaren heeft
wel bewezen, dat Grondbedrijf en Uitbreidingsplan zeer goed te
combineeren zijn.
Nadat er vervolgens door den Secretaris op is gewezen, dat
de instelling van commissies van bijstand behoort te geschieden
op voorstel van Burgemeester en Wethouders en een voorstel, als
door den heer Busch bedoeld, niet door hen is gedaan, wijst de
Voorzitter tot leden van het stembureau aan de heeren Hornsveld
en de Nies en wordt overgegaan tot stemming van de navolgende
commissies
COMMISSIE