29 November 1922 278» 218.NATUURBAD (Ie afd no.2174), Adres van A.Freriks e.a. inhoudende een protest tegen een uitlating, van het raadslid Busch in de raadsvergadering van 22 Sept. j.1.inzake het hebben van een "busje" door het garderobe- personeel bij het Natuurbad, ?n verzoekende deze zaak nader te willen onderzoeken en bij onjuisvbevinding van de uitlatingen van den heer Busch, zulks openlijk te willen verklaren De Voorzitter is van oordeel dat dit adres geen aangelegen heid voor den Raad is. B. en W. handhaven dan ook hun oorsprbn kelijk voorstel om het adres voor kennisgeving aan te nemen» De Raad is geen lichaam, waartegen de burgers een dergelijk protest moeten uitspreken. Wanneer men beleedigd is, zijn er wel andere organen tot welke men zich kan wehden. De heer Nooder is een andere meening toegedaan. Het natuurbad is een gemeentelijke instelling en de betrokkenen^ die in gemeen tedienst geweest zijn en dus gemeentelijke employé's waren, worden hier van iets beschuldigd, lij hebben dus het r cht hierop terug te komen. De Voorzitter herhaalt nog eens dat voor een dergelijk on derzoek wel andere organen zijn. Naar Sprekers oor deel moet de Raad zich hiermede niet bemoeien. De heer de Nies wijst erop dat in de vorige vergadering aan gedrongen is op een commissie van onderzoek. Door de aantijgingen van den heer Busch beloopen de betrokkenen de kans het volgend jaar geen benoeming te krijgen bij het Natuurbad. Waar zij thans beschuldigd worden van verkeerde handelingen, kunnen zij naar Sprekers inzicht een onderzoek eischen. Het rechtsgevoel dient hier bevredigd te woio.en. De Vtorzitter meent dat deze zaak straks ter beoordeeling is aan het stichtingsbestuur. Dit bestuur zal moeten onderzoeken of deze menschen voor een herbenoeming in aanmerking gebracht kunnen worden. De heer Gasille acht opheldering voor beide partijen noodig. Wanneer deze menschen een beroep op den Raad doen, dan moet dit zoo maar niet afgewezen worden. Mejuffrouw Funke meent ook dat een onderzoek gewenseht is. Zijn deze menschen werkelijk onschuldig, dan moeten zij gerehabi liteerd worden. En blijkt dat ze inderdaad schuldig zijn, dan is een verder onderzoek gewenseht. De Voorzitter wijst erop dat ieder raadslid wel eens iets in de vergadering zegt wat voor een ander onaangenaam is, doch de Raad is geen opperste Raad om daarover een uitspraak te doen. De heer Gasille merkt op dat deze menschen in gemeentedienst zijn geweest en als zoodanig getroffen worden. De heer Busch wil geen verkeerden indruk vestigen. Spreker, die de notulen van de Raadsvergadering van 22 September j.1. nog eens heeft nagelezenmeent dat hierin een correctie moet worden aangebracht. Spreker heeft n.1. niet gezegd dat het garderobe- personeel bij het natuurbad een "busje" had, doch dat hij "verno men" had dat het personeel een "busje had. Dit is dus een heel verschil. Spreker onderschrijft wel het gezegde van den Voorzit ter dat de gemeenteraad geen lichaam is om een onderzoek, als hier bedoeld, in te stellen, doch aan den anderen kant is het misschien

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1933 | | pagina 560