28 December 1933 p02» ter slagers zullen geen nadeel ondervinden, want aan "Zonneglore werd steeds bij inschrijving geleverd en uit Soest heeft nimmer een slager aan die inrichting geleverd. De heer Busch wijst erop dat het hier een principe- kwestie is. Zooals door den heer Nooder reeds is opgemerkt, mag het ge zag der gemeente niet verplaatst worden naar een particuliere instelling. Wethouder van Klooster merkt op dat, wanneer een ieder zoo maar vergunning kon krijgen tot oprichting eener slachtplaats, zulks een fiasco zou zijn voor de N.V.Centrale Slachtplaats. De heer Endendijk meent dat geen sprake is van gezagsver- plaatsing. Uit alles blijkt dat het gezag bij B. en W. blijft berusten, daar dit college ten slotte toch immers al dan niet toestemming kan geven, zij het dan ook na verkregen goedkeuring van de N.V.Centrale Slachtplaats volgens de bestaande overeen komst De heer Nooder concludeert dat er een groot gevaar kan ge beuren wanneer het voorstel van B. en W.aangenomen wordt. Spre ker wijst hierop, daar hij in dat opzicht gelijk zal krijgen. Mejuffrouw runke meent dat de Directie van "Zonnegloren" er toch alle belang bij heeft dat de patiënten onder de meest gunstige voorwaarden leven, zoodat de slachting wel zal plaats hebben onder de meest hygiënische omstandigheden. Spreekster vreest dus geen gevaar voor de volksgezondheid. Nadat de Voorzitter tenslotte nog opgemerkt heeft dat het zelfde toezicht zal worden uitgeoefend als op de Centrale Slacht plaats, wordt het voorstêfVrn Stemming gebracht en aangenomen met 8 tegen stemmen. Tegen stemden de heeren de Nies ,Nooder en Gasille, terwijl Mejuffrouw runke en de heeren Busch en Groo- tewal zich van stemming onthielden. 252 «BOUWPOLITIE (1e afdno.Jl6l) Behandeling van een verzoek om ontheffing van art.15 der Bouwverordening. Burgemeester en V/ethouders stellen voor aan: J.Moester, wonende Plasweg 27 te Soest ontheffing van art.15 der Bouwverordening te verleenen voor den bouw van een blok van 3 woningen onder één kap op een terrein gelegen aan den Braamweg, kad. bekend in sectie D.no.1688, onder de gebruikelijke^voorwaar den, zoomede onder de bepaling, dat Moester voornoemd vóór de aanvaarding der ontheffing schriftelijk verklaart, dat hij of zijne rechtverkrijgenden nimmer van de gemeente schadevergoeding zal of zullen eis enen wegens de gevolgen, welke eventueel uit deze ontheffing zouden kunnen voortvloeien. De heer Busch dringt erop aan dat eenzelfde verklaring wordt overgelegd door den curator. Wanneer door dezen het faillissement zou worden heropend, zou de gemeente misschien in moeilijkheden kunnen komen. De heer de Bruijn is het met den heer Busch eens. De heer Gasille is van meening dat aan het verleenen der ontheffing eenig risico voor de gemeente is verbonden, doch aan den anderen kant is er voor de gemeente toch ook weer een voordeel wanneer het terrein bebouwd wordt, en de strook grond aan den weg toegevoegd wordt. Wanneer de curator het faillissement heropenen wil

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1933 | | pagina 608