aanvrage voor nader ondersoek aangekenden zot de volgende ver
gadering.
kó4 .BOUWI'OLITIE (1e af d .no5599
Alsnu brengt de Voorzitter in behandeling het verzoek van
H.van Breukslen cm ontheffing van art15 der Bouwverordening.
Blijkens het rapport van den Technisch Ambtenaar belast met de
leiding van Bouw- en Woningtoezicht zijn er geen bezwaren de ge
vraagde ontheffing voor den bouw van .5 woningen onder één kap
op het terrein xad. bekend in sectie H.no.2591, gelegen aan de
Koninginnelaante verleenen, onder de voorwaarde dat de voor
gevel evenwijdig aan de grens van den weg wordt geplaatst,
ie vergadering kan Zxch hiermede vereenigen, zoodat aldus
wordt besloten.
255.EIGENDOMMEN (1e afd.no 1 057)
Vaststelling van een beslui4" tot openbare verhuring van
landerij en
Voorgesteld wordt:
over te gaan tot openbare verhuring - zoo mogelijk in massa -
van de hieronder in vijf perceelen verdeelde landerijen:
perceel I sectie A ged.van 566,1140 en 1145 ter grootte van onge
veer 1.90.00 H.A.
perceel II sectie A ged.van 1140 en 114J ter grootte van onge
veer 19550 H.A.
perceel III sectie A ged.van 1141 en 1142 ter grootte van onge
veer 0,9510 H.A.
perceel IV sectie A ged.van 564 en 568 ter grootte van ongeveer
20460 H.A
perceel V sectie A ged.van 1887 en 140J ter groote van ongeveer
I.41.66 H.A. met uitzondering van het jaagpad; zooals een en ander
op bijbehoorende teekening is aangegeven en onder de voorwaarden
en bepalingen, vermeld onder de letters a_ tot en met e_ van het
ontwerp-besluit
De heer van den Breemer dringt erop aan dat het land eerst
van gemeentewege wordt bemest, en dat de bijna dicht gegroeide
sloot wordt opgehaald. De steuntrekkers moeten dan maar eens
sloottrekkers worden. Voorts adviseert Spreker de voorwaarde dat
het aan de gemeente toebehoorend paard op de verhuurde perceelen
kosteloos zal mogen worden geweid^alleen te beperken tot perceel
I, daar de mogelijkheid niet uitgesloten is dat de perceelen aan
verschillende personen verhuurd worden.
Mot deze beperking kan de vergadering zich vereenigen.
De heer Endendijk geeft in overweging de bepaling omtrent
vermindering van huur ingeval de gemeente de perceelen of een ge
deelte daarvan voor wegaanleg of anderszins tijdens den huurtijd
zelf noodig mocht hebben, te wijzigen en wel in dier voege dat de
schade voor den huurder wordt getaxeerd door een commissie. De
huurprijs kan alsdan berekend worden naar de werkelijke schade en
niet naartien tijdsduur. In de wintermaanden brengen de gronden
immers niets op en wordt geen schade geleden.
Do Voorzitter stelt dan voor do schade te doen schatten
door de taxatiecommissie van het Grondbedrijf.
De heer Busch vraagt hoeveel de vorige bemesting dezer lan
derijen heeft gekost. Spreker meent dat de boeren zelf beter voor
de bemesting van het land kunnen zorgdragen.
De heer de Bruijn houdt zich vast aan het gezegde "mesten
met