13 Februari 193538»
De heer de Bruijn acht de mededeeling van den Voorzitter
niet juist. Deze heeft zelf gezegd dat er teekenwerk genoeg te
verrichten was en wilde de Lijdelijke werkzaamheid van dien
teekenaar zelfs nog met een half jaar verlengen.
De heer Gasille merkt op dat de heer de Bruijn beweerd
heeft dat B. en W. de opdracht aan den heer van Nes zouden geven.
Dit is niet juist.De Raad heeft destijds in 't geheim vergaderd
met den heer van Nes, en vanuit die vergadering is aan den heer
van ^es de opdracht gegeven. De Raad heeft dus de opdracht ge
geven
De Voorzitter zegt dat een contract overbodig was,daar de
zaak is vastgelegd in briefvorm.
De heer Busch zegt dat B. en W. verplicht waren een contract
met den heer van Nes aan te gaan. Men heeft dit opzettelijk nage
laten. De zaak wordt thans verdraaid. Spreker moet zich voorts
verzetten tegen de vermeerdering van uitgaven, welke men thans
gekregen heeft door het opdragen van dit teekenwerk aan een tee
kenaar, die voor andere werkzaamheden aangewezen was.
De heer Gasille wijst erop dat naar aanleiding van het on
derzoek der bezwaarschriften door de commissie verschillende
voorstellen tot wijziging worden gedaan. Opdat de Commissie den
Raad de wijzigingen kan toonen, moeten deze wijzigingen v/orden
geteekend op doorschijnend papier, welk papier dan op de kaart
wordt gelegd. Dit werk, dat geen dagelijksch werk is, moet ver
richt worden door een teekenaar, die verder zijn gewone werkzaam
heden verricht. Bedoeld teekenwerk voor het uitbreidingsplan
moet steeds verricht worden onmiddellijk na elke vergadering der
commissie, opdat de wijzigingen weer voor de eerstvolgende ver
gadering der commissie aangebracht zijn. Wanneer dit werk klaar
is, komt er een gewijzigd plan. door
De heer de Bruijn blijft van oordeel dawaen Raad toch het
benoodigde crediet moest worden toegestaan.
De heer Gasille zegt dat dus alleen crediet noodig was voor
de tijdelijke typiste, en daarvoor staat nog een postje op de
begrooting, zoodat men dus met deze werkwijze kon doorgaan.
De Voorzitter wijst er nogmaals op dat die teekenaar toch
in dienst der gemeente was. Hij was een te dure kracht, en nu er
teekenwerk te verrichten was, lag het toch in de lijn dat hem
die werkzaamheden werden opgedragen. Alleen had men dan een tij
delijke typiste voor de secretarie noodig.
De heer de Bruijn zegt dat de zaak duidelijker was wanneer
de Voorzitter een en ander had toegelicht als thans door den heer
Gasille gedaan is.
De heer Busch is van oordeel dat de zaak toch niet zuiver
gesteld wordt.Bij de tegenwoordige boekhouding van Openbare Wer
ken worden de verschillende uitgaven onder de desbetreffende
posten verantwoord. Hoe kan men deze zaak nu verantwoorden?Men
maakt hier kosten voor de tewerkstelling van een typiste ter
Secretarie als gevolg van te verrichten teekenwerk voor het uit-
breidingsplan.Spreker kan niet begrijpen dat de heer Gasille
aan een dergelijke camouflage medewerkt, daar deze zich altijd
tegen zulke dingen verzet heeft.
De heer van Klooster is van oordeel dat het beter was ge
weest wanneer het crediet tijdig was aangevraagd. Men be
schikt nu over gelden, welke niet door den Raad werden toege»-
staan