26 Maart 19J4 56.
trouwe Hart, werden gedacht, beleefd, vorm gegeven in voor
Haar Volk zulke warme stralende daden. WeIk een leven! Welk
een vruchtbaar leven vol zelfopoffering en toewijding! Qrrzp
geliefdeKoningin-Moeder is heengegaan, rustig ingeslapen,
vermoeid. Hare oogen hebben zich voorgoed gesloten.Voor goed
heeft dat trouwe, edele, warmvoelende Hart opgehouden te klop
pen. Morgen wordt Zij weggedragen naar het voor Haar bestemde
graf. -Voor goed uit ons oog.- Voorbij dat wondervolle, rijke
leven.- Het heengaan van onze Koningin-Moeder van die edele
Vorstinnefiguurheeft zeer diep in het hart van ons Volk gegre
pen. Duizenden en duizenden, neen, ettelijke tienduizenden
hebben dezer dagen, met een hart vol ontroering, weenende, oot
moedig buigend het hoofd, een stille groet gebracht aan Haar,
die voor zoovelen een liefdevolle "Moeder" is geweest.
Schoenmaeckers moet ergens gezegd hebben:
"Geef,menschlievendegeef veel - maar geef als de Zon, die
hare stralen uitzendt uit overmaat van eigen licht
Beziel Uw gaven met eigen hartegeluk, - eerst dan zijt ge
weldoener
Geef, menschlievendegeef veel! Onze overleden geliefde
Vorstinne was een menschlievende Zij had de menschen lief
-lief uit innerlijkendrang, gegrepen door de hand van onzen
Heiland. Zij kon niet anders dan Haar naaste Haar Volk lief
hebben.-Zij gaf veel,zeer veel uit overmaat van eigen
licht.-Lichtstralend, bezielend, geput steeds uit de Lewige
Onuitputtelijke Bron van Liefde. - Als de zon die haar stra
len uitzendt! Uitzendt, warm, gevoelig, vooral naar hendie
in kommer en irt bedruktheid zaten. -Eigen hartegeluk! Haar
eigen hartegeluk! Dit was: uit liefde weldoen. Hare gaven beziet
de Zij met dat hartegeluk. Daarom was Zij: de weldoenster,
"de weldoenster voor allen".
Liefde als echtgenoote, liefde als Moeder, liefde als
Grootmoeder, liefde het geheele volk omvattend, van Haar komst
hier te lande tot aan haar verscheiden toe. Liefde, steeds
liefde straalde uit de overmaat van eigen licht in dat Groote,
trouweVorstelijke Hart; liefde, trouw voor gezin, volk en
Vaderland. - Van alle zijden en door verschillende personen
is dat wondervolle rijke leven van onze overleden Koningin-
Moeder belicht. Dit leven is als een fijn geslepen diamant.
Welk licht men daarop laat vallen en op welke zijde, steeds
glanzend, in diepe, volle, fijne kleuren weerkaatst 't terug.
-Rijk, wondervol leven! r-
En hier in Soest Wie kent hier niet de nobele edele 01
figuur, die vriendelijke Vrouwe, die eenvoudig met een harer
hofdames in een open Victoria langzaam langs de schoonste dre
ven van Soest reed,/maar vooral genietend van het behouden
oude; weilanden met~de los daarop als t ware neergeworpen d
schaapskooien, meest in den achternamiddag, wanneer de helle
kleuren van den dag vervagen in de stemmige kleuren van den
avondglans wanneer het landschap, nog natrillend van het
warm beleefde, verzonken raakt in het onbestemd droomerige
van den stillen zomeravond.
Welke arme kent niet de gave van Haar milde hand! d
Overal weldoend, altijd belangstellend. Wie aan de deur van dat
belangstellend opnemend de groei en de bloei eroote
van Soest,