31 Januari 19348.
wordt voor het onderhoud van den weg, doch ook voor de verlichting
en het schoonhouden, zcodat het restitutiebedrag op de straatbe
lasting van geringe beteekenis is. Ten aanzien van de opmerking van
den heer Busch dat dubbel betaald is, merkt Spreker op dat de Raad
nog onlangs rare dingen heeft gedaan bij de vaststelling van de
verordening op de aanlegbelasting. Spreker heeft toen nog gewaar
schuwd dat een dubbele belastingheffing zou plaats hebben,doch de
Raad heeft de verordening toch aangenomen.
Do heer Busch zou deze aangelegenheid toch nog wel eens nader
onder oogen wil 1 en zi-.n.
De heer Nooder merkt dat onlangs door den Voorzitter nog
medegedeeld is dat de aanlegbelasting geheven kan worden naar ver
schillende grondslagen. Zoo kan men alleen ten behoeve van de ver
lichting straatbelasting heffen.
De heer Endendijk constateert naar aanleiding van de mededee-
ling van den Voorzitter, dat bij goedkeuring door de Kroon van de e
wijziging der straatbelasting voortaan dergelijke dingen, als waar
van thans sprake is, uitgesloten zullen zijn. Spreker is dan te
vreden
De heer van Duren deelt mede dat hij de bedoeling heeft gehad
om de aandacht op deze aangelegenheid te vestigen.
Na eenige discussie wordt tenslotte het voorstel van B. en W.
aangenomen.
9.COMPTABILITEIT (4e afd.nos.3148 en 21/295.)
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot regeling van cre-
dieten op de begrooting 1934 voor bij wijze van werkverschaffing
uit te voeren werken.
Bedoelde regeling wordt voorgesteld in het schrijven van
B. en 'W.dd. 23 Januari 1934, no. 3148 en is nader verwerkt in het
in ontwerp bij de raadsstukken ter inzage nedergelegde besluit tot
wijziging der gemeentebegrooting 1934*
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het
voorstel van Burgemeester en Wethouders aangenomen en het desbetref
fend besluit tot bugrootingswijziging vastgesteld.
10.COMPTABILITEIT (4e afd.no5325
Voorstel van Burgemeester en 'Wethouders tot het aangaan van
een geldleening.
Voorgesteld wordt ten laste der gemeente met de Hollandsche
Sociëteit van Levensverzekeringen N.V.opgericht in 1807gevestigd
te Amsterdam, op 1 Maart 1934 aan te gaan een geldleening tot een
bedrag van 151.400,= op onderhandsche schuldbekentenis tegen een
rente van 4per jaar en tegen een koers van 100%, en voorts on
der de voorwaarden vermeld in het ontwerp-besluit
De heer de Bruijn merkt op dat hij er onlangs op heeft gewe
zen dat de gemeente zelf eon half millioen aan effecten heeft, en
het niet aangaat dat de gemeente maar een paar procent van haar
geld maakt en tegen een hcogere rente moet leenen. De gemeente
kan haar effecten dus beter beleenen, dan dat ze een leening
sluit. Voorts heeft Spreker erop gewezen dat men een kasgeldlee-
ning kan aangaan tegen 2% terwijl een vaste leening een rente van
4% vraagt. Utrecht mag wel kasgeld opnemen, terwijl die gemeente
er veel slechter voorstaat. Het verwondert Spreker dat B. en W.nu
het voorstel doen een vaste leening te sluiten, gelet op de be
loften, welke de Burgemeester gedaan heeft inzake het onderzoek
van