25 Mei 1954 127. dezer kermis is geld uit de zakken te kloppen of de kas van het trainingsfonds van de K.N.A.U. te stijven, opdat men in 1956 met de beste krachten in het buitenland de sport kan vertegenwoordigen dan zal men zeer zeker tot de conclusie komen dat het laatste toch op den voorgrond staat. Laten zij, die principieele bezwaren tegen een kermis hebben, thuis blijven, doch laten zij wel rekening houden met het sport-belangBovendien moet men wel bedenken, dat de vergunning tot het houden der kermis is gegeven, zoodat deze toch op een particulier terrein zal komen wanneer de Raad het gemeente-terrein niet toestaat. De heer van den Berg zegt geen principieel tegenstander van een kermis te zijn, doch gelet op de moeilijke tijdsomstandighe den is hij het voor het groot..ste gedeelte eens met het betoog der heeren de Bruijn en Endendijk, en zal hij mitsdien tegen het voorstel stemmen der beide wethouders. De heer Grootewal betoogt dat we misleid zijn en wel in dien zin dat de sport niet no.1 is, en ook niet het trainings fonds van de K.N.A.U., doch wel de kermis. Zulks is gebleken uit de verklaringen van den Burgemeester tegenover de leden van de commissie voor het Grondbedrijf. Er is een oorspronkelijke op zet geweest van het Koninklijk Nederlandsche Gymnastiekverbond, welke niet doorgegaan is. Naar aanleiding van de opmerking van den heer Nooder, zegt Spreker dat geen sprake is van eenige ja- louzie tusschen vereenigingendaar de alhier gevestigde vereeni gingen gecombineerde vereenigingen zijn van sport en athletiek. Bedoeld Gymnastiekverbond wilde inderdaad gymnastiekdemonstraties geven, en daaraan een kermis verbinden, en toen deze zaak niet doorging, bleven de kermis-exploitanten over, die met de concessie naar de K.N.A.U. zijn .gegaan. Spreker juicht het wel toe dat er veel geld in het trainingsfonds komt, doch het gaat hier om de kwestie, dat een scheeve voorstelling van zaken is gegeven, en nog wordt gegeven. Hier wordt eenvoudig geleurd met een toe zegging van den Burgemeester, waarmede de sport niet is gediend, ook al komt er daardoor meer geld in de kas van de K.N.A.U.Deze zaak is niet ten voordeele, doch ten nadeele van de sport.De ge- heele zaak is hier omgedraaid; er was een toezegging, en daarme de is men naar een bond, in dit geval de K.N.A.U.gegaan. De heer Gasille zegt dat geen algemeene toestemming was ver leend. Er was slechts toestemming gevraagd voor den Hemelvaartsdag, en is geweigerd. Later is de K.N.A.U. gekomen en deze heeft bij monde van den heer Kolfschoten toestemming gevraagd en verkregen. De heer Grootewal zegt dat wel toestemming was verleend voor het houden eener kermis, maar niet op Hemelvaartsdag. Daarom kon die zaak toen niet doorgaan. De heer Gasille zegt dat voor het houden van.een kermis aan de K.N.A.U. toestemming is gegeven, en waarbij dadelijk werd ge zegd, dat de kermis niet op Zondag open mocht zijn. De heer Grootewal betoogt nogmaals dat met de oorspronkelijk verleende toestemming is geleurd door een tweede organisatie. De heer de Bruijn zegt dat de geheele opzet kermis was, en dat de oorspronkelijke opzet vervallen is. Zulks blijkt ten dui delijkste uit hetgeen de Burgemeester in de vergadering der Com missie heeft verklaard. Hierna heeft een korte woordenwisseling plaats tusschen de heeren

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1934 | | pagina 254