150. door Openbare Werken te laten aanleggen, daar toch het voornemen bestond om den wegenaanleg uit te besteden. De Voozzitter zegt feregeld wegen verbeterd moeten worden en dat deze verbetering door Openbare Werken geschiedt. Zoo moeten straks de wegen bij de begraafplaatsen vernieuwd worden, hetgeen door Openbare Werken kan geschieden. Bij de verbetering van de wegen op den Eng heeft men de resultaten kunnen zien wanneer een dergelijke molen niet aanwezig is. De heer de Bruijn merkt op dat de Commissie Openbare Werken tegen dezen aankoop was, mede in verband met den hoogen prijs,en dat de heer Hornsveld nog eens zou informeeren naar de prijzen. De Voorzitter zegt dat de prijs reeds van 500,= terugge bracht is tot op 425,=. De heer de Nies verzoekt nota te nemen van de garantie, welke volgens de foto gegeven wordt. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna een crediet van 425,= toegestaan voor de aanschaffing van een betonmolen. 155'RONDVRAAG. De heer Hornsveld vraagt hoe het staat met de vergunning voor de bouillonfabriek aan de van Weedestraat. De Voorzitter zegt dat de vergunning tot uitbreiding der in richting door B. en W. is geweigerd. De rechtskundige adviseur van den aanvrager Mr.de Geus heeft echter aan B. en W. gevraagd of het mogelijk is de inrichting door te laten werken totdat in hooger beroep een beslissing zal zijn genomen. De aanvrager zou zeer gedupeerd worden indien hij zijn bedrijf moest stopzetten, terwijl dan 20 jongens, die aldaar werkzaam zijn, op straat zou den komen te staan. De hinder zou dan zooveel mogelijk worden be perkt. Spreker vraagt de vergadering of deze het gewenscht vindt dat B, en W. hun standpont blijven handhaven. Naar aanleiding van eenige opmerkingen dat de gemeente door den aanvrager om den tuin is geleid, doordat eerst alleen bouil lonblokjes verpakt en niet gefabriceerd zouden worden, zegt de Voor zitter nog dat de ïeehnisch Ambtenaar van Bouw- en "Woningtoezicht volgens diens zeggen op onbehoorlijke wijze door den aanvrager is behandeld geworden. Alhoewel B. en W. omtrent deze aangelegenheid zelve moeten beslissen, zou Spreker toch wel eens gaarne de mee ning van de vergadering vernemen. De heer Endendijk dringt erop aan den aanvrager tegemoet te komen, voorzoover zulks mogelijk is. De heer van den Berg meent te weten dat het gebruikelijk is dat de inrichtingen, vallende onder de Hinderwet, eerst in ge reedheid worden gebracht, en dat daarna de desbetreffende vergun ning wordt aangevraagd. De heer Gasille meent dat B» en W. hieraan geen goedkeuring mogen verleenen. Hier is een uitbreiding tot stand gebracht en in werking gesteld zonder vooraf vergunning te hebben aangevraagd. De heer Hornsveld geeft in overweging het verzoek om het be drijf te laten doorwerken, niet in te willigen, zulks met het oog op de hinder en stank. De heer de Nies spreekt in gelijken zin, en wijst nog op de totstandkoming van een bakkerij aan de Julianastraatwaar de om wonende! ook veel last van zullen ondervinden. Na

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1934 | | pagina 260