12 September 1934 188. benoembaarheid wordt gesteld practische ervaring op het geb-ied van Openbare Werken en Bouw- en woningtoezicht gepaard aan een theoretische algemeene opleiding. Een besluit tot begrootingswijziging wordt hierbij ter vast stelling aangeboden. De heer Mulder stelt voor dit punt te behandelen bij de vast*- stelling van de nieuwe salarisregeling. De Voorzitter leest daarop een schrijven voor van Gedeputeer de Staten, dd. 21 Augustus 1934, 3e afd.no.2762/2353,waaruit blijkt, dat Gedeputeerde Staten zich met de benoeming van een directeur van openbare werken volkomen kunnen vereenigen. Na eenige discussie over de vraag, wat onder de in den bovenge- noemden brief voorkomende woorden"afgezien van de vraag, of dit sa laris is bezien in het licht van de 1 September e.k. in werking tredende salarisverlaging" is te verstaan, wordt het voorstel van den heer Mulder instemming gebracht. Het wordt verworpen met 8 tegen 6 stemmen. Vóór stemden de heeren de Nies Nooder,Mulder, van den Berg, de Bruijn en Hornsveld. Zonder hoofdelijke stemming wordt daarna het voorstel van Burgemeester en Wethouders aangenomen, waarbij de heer Nooder ver zoekt om aanteekening tegen dit voorstel te zijn. 195»RECHTSGEDING (1e afd.no.2655) Vaststelling van een besluit inzake verweer in rechten tegen een door de WedJYtfalet te Baarn ingestelden eisch, waarbij be taling wordt verlangd van een bedrag groot 625,=, op welk be drag genoemde Wed.Wal et vermeent aanspraak te kunnen maken,krach tens eene aan haar gedane cessie van vorderingen van den aannemer C.Belt op de gemeente Soest, zulks in verband met de door dien aannemer verrichte werkzaamheden terzake aanleg van wegen op t Hart in deze gemeente. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het besluit tot verweer in rechten vastgesteld. 19 6RECHT GEDIN G MET BESTUUR DER R.K.U.L.0.SCHOOL (1e afd.no.2008) De Voorzitter, die mededeeling wenscht te doen van den stand van zaken betreffende bovengenoemd rechtsgeding, leest 2 brieven, dd. 10 September, van den advocaat der gemeente, Mr.P.A.Beunke voor. In een dezer brieven wijst Mr.Beunke er op, dat het aan het schoolbestuur en zijn raadsman bekend was, dat de Raad, blijkens zijn besluit (begrootingswijziging)dd1 Aug.j.1. tot uitbetaling van de achterwege gebleven renten, het standpunt van het school bestuur als jurist heeft willen aanvaarden. Dc uitbetaling dier renten, wacht enkel op de goedkeuring van deze begrootingswijzi- ging door Gedeputeerde Staten. Wenscht het schoolbestuur, wetend^, dat die goedkeuring is aangevraagd, deze niet af te wachten en tot dagvaarding over te gaan, dan dwingt zij de gemeente kosten te maken, die noodeloos zijn veroorzaakt. V/aar van een geschil tusschen partijen feitelijk niet kan worden gesproken, kan niet anders wor den gezegd dan dat een procedure wordt aanhagig gemaakt, teneinde aan de gemeente proceskosten in rekening te kunnen brengen. Overeenkomstig den anderen brief van Mr.Beunke adviseert de Voorzitter vervolgens, onder intrekking van de begrootingswijzi- ging van 1 Augustus 1934, een nieuwe begrootingswijziging vast te stellen, waarin geen rentevergoeding van de achterwege gebleven renten is opgenomen. Na voorlezing van het desbetreffend praead- vies, dd. 12 September 1934, 1e afd.no.2008, wordt zonder hoofde- lijke

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1934 | | pagina 376