31 Januari 119.
thans in het geding is.
De heer Grootewal meent dat de zedenverwildering van Soest
niet door een kanovijver in de hand gewerkt zal worden. Spreker
kan zich echter wel vereenigen met het voornemen om geen kano
vijver aan te leggen, doch op grond van andere motieven.Alhoe
wel er in de omgeving meerdere natuurbaden zullen verrijzen,is
Spreker niet zoo bang voor concurrentie. Er zijn altijd toch
nog veel menschen, die het natuurbad bezoeken om de zwemsport
te beoefenen en om te genieten van de zonnewarmteZijdie wat
anders wenschen, moeten zich dan maar elders amuseeren. Spreker
meent dat het natuurbad geregeerd moet worden zooals de laatste
maanden is geschied. Dan is Spreker tevreden. Men moet van het
natuurbad geen verzamelplaats maken van alle mogelijke menschen.
Oorspronkelijk was Spreker wel voor een kanovijver, doch deze
sport zou dan in dezelfde geest moeten worden beoefend als het
baden. Spreker vreest echter van een kanovijver een nadeel voor
ons bad, en de inrichting moet blijven zooals deze laatstelijk
geweest is, dus zonder dat speciale dingen worden toegepast,
welke het bad in gevaar zouden kunnen brengen.
Mejuffrouw Punke merkt op dat zij deze aangelegenheid al
leen bekeken had uit een sportief oogpunt, terwijl weer een
object gevonden was voor de werkverschaffing. Nu zij het stand
punt van den Burgemeester vernomen heeft, kan Spreekster met
het voorstel van B. en W. meegaan, daar het van voldoende be
kendheid is dat ook zij de zedelijke levenswaarden der bevolking
niet in gevaar wil brengen.
De heer Gasille zegt dat hij geen onzedelijkheid verwacht
in het Soester Natuurbad, daar het terrein geheel te overzien
is, doch Spreker wil de inrichting als zwemgelegenheid behou
den in de mooie natuur. Men moet de inrichting eenvoudig houden
en geen meerdere kosten maken, ook niet voor amusementen.Daarom
is _Spreker tegen den aanleg van een kanovijver.
De Voorzitter vreest de concurrentie van andere natuurba
den niet, daar het goeddenkende publiek zeer zeker het natuur
bad in onze gemeente zal blijven bezoeken wanneer dit blijft
zooals het thans is. In de toekomst zal men zich wel afwenden
van natuurbaden waar vermaken zijn, welke Spreker nu maar niet
nader zal noemen.
De heer van Dam is ook op grond van het door den Voorzit
ter medegedeelde, tegen een kanovijver. Men moet de inrichting
behouden als zwemgelegenheid en zorgen dat geen zedenverwildering
plaats heeft.
De heer van Duren is het ook met B. en W. eens. Spreker
zou het bejammeren, indien het natuurbad een amusementstuin
werd. Men moet hier bezoek hebben van werkelijke zwemmers, en
wanneer men dit houdt, dan wil Spreker desnoods nog wel een
klein deficit voor de gemeente aanvaarden. Dit doet Spreker
liever dan dat een kanovijver wordt aangelegd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten geen ka
novijver bij het natuurbad aan te leggen.
22.C0MPTABILITEIT-NATUURBAD (4e afd.no3345
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aanbrengen
van eenige vernieuwingen en verbeteringen aan het Soester Natuur
bad met crediot-aanvrage
Burgemeester