11 October 1954 207.
dat de capaciteiten van ro.2 der aanbeveling ook zeer gunstig
worden beoordeeld, zegt iat men bij benoeming van den heer
Regter weet wien men heeft.
De Voorzitter sluit zich aan bij het betoog van de heeren
Grootewal en Wethouder van Klooster.
De heer Endendijk wijst er op dat no.2 der aanbevolenen
niet moet denken dat hij niet gewaardeerd wordt doch den
heer Regter kent men en is een zeer sympathiek en bekwaam
persoon, zoodat die in de allereerste plaats voor benoeming
in aanmerking gebracht dient te worden.
Hierna wordt tot stemming overgegaan.
De Voorzitter wijst de heeren Stroband en Grootewal tot
stemopnemeis aan voor dezen middag.
Uitgebracht worden 15 stemmen, waarvan op den heer Th.J.
Regter 10 stemmen en op den heer A.H.Schmitz 5 stemmen, zoo-
dat de heer Regter tot gemeente-ontvanger is benoemd.
226.GRONDBEDRIJF (1e afd.no.217).
Voorstel van B. en Wbetreffende vaststelling belooning
leden taxatiecommissie Grondbedrijf.
Op grond van het medegedeelde in hun schrijven dd. 28
September 1954,no.217 stellen B. en W, voor, met intrekking var
sub II van het Raadsbesluit dd. 9 Maart 1954, 1e afd.no.217,de
belooning voor de werkzaamheden der leden van bovengenoemde
commissie voor den vervolge te bepalen als volgt:
fL 75,= per persoon voor een schatting van alle gemeente
gronden, welke als regel om de 5 jaren plaa't's heeft
lï. 5.= per persoon per oohtenü of per middag voor een bijzonde-
re (speciale) taxatie.
<L 10,= per persoon voor een bijzondere (speciale taxatie
voor een geheelen dag.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
het voorstel van B. en W. aangenomen.
227.ARBEIDSBEMIDDELING (5e afd.no2542)
Benoeming van twee^der commissie van toezicht op de ar
beidsbemiddeling. 'leden
De leden L.Kriek en D.Lam zullen op 1 Januari 1955 moeten
aftreden. B. en W. stellen voor beide heeren wederom in de
bovengenoemde functie te benoemen.
Overgaande tot stemming worden de heeren L.Kriek en D.Lam
met algemeene stemmen herbenoemd.
228.WINKELSLUITINGSWET (1e afd.no.
Voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende ver
ruiming van de verkoopgelegenheid op Zondag.
Naar aanleiding van het schrijven dd. 25 Sept.1954, no.<
5651 stellen B. en W. den Raad volgena het overgelegde ontwerp
besluit voor te verklaren:
van oordeel te zijn, dat de tegenwoordige buitengewone omstan
digheden aanleiding geven tot toepassing van al het bepaalde
in artikel 4, eerste lid der Wet van 27 Juli 1954,Stbl.no.450
ten aanzien van;
a_ winkels, waar uitsluitend of in hoofdzaak een of meer der
navolgende waren;brood, banket, suikerwerk, chocolade al
dan niet tpzamen met consumptie-ijs ten verkoop in voor
raad zijn; b