11 October 19)4 208.
b_ winkels, waar uitsluitend of in hoofdzaak tabaksartikelen
in voorraad zijn;
winkels, waarvoor een vergunning, als bedoeld in art.1,on
der e_ of ondar der Drankwet 19)1 (Stbl.no.476) geldt.
De- heer Endendijk is van oordeel dat de wijzigingen der
Winkelsluitingswet als sociale wetgeving wel een mislukking
genoemd mogen worden. Deze wijzigingen voorzien niet in een
behoefte. Zulks blijkt iederen dag uit de verschillende ge
meenten. Men moet verbaasd zijn over de lauwheid en laks
heid, welke bij de belanghebbenden heerscht; ook in onze ge
meente. Alleen de tappers en slijters zijn zeer actief ge
weest. Onder de, belanghebbenden uit de overige bedrijven wa
ren voor- en tegenstanders, maar ook veel onverschilligen,
die zich eerst niet hebben uitgesproken. De lauwen hebben
geen stap voor deze verruiming verzet. Spreker, die princi
pieel tegen Zondagsverkoop is, vindt het wel eigenaardig,dat
in verband met de omstandigheid dat er belanghebbenden zijn
die het niet de moeite waard hebben geacht hun meening ken
baar te maken, de Raad nu een beslissing moet nemen, en de
verruiming alleen dan kan toestaan wanneer hij overxuigd is
dat zulks noodzakelijk is als gevolg van de tijdsomstandig
heden. Het is voor den Raad zeer moeilijk te beoordeelen of
zoodanige noodzakelijkheid aanwezig is. Deze noodzakelijk
heid is naar Sprekers meening zeker niet aanwezig voor de
zaken, die nu al 4 uur op den Zondag geopend mogen zijn.
Spreker betwijfelt voorts sterk of verruiming wel noodzake
lijk is voor 'tappers en slijters. Ten aanzien van de laks
heid bij de belanghebbenden, wijst Spreker er nog op dat naar
aanleiding van de eerste kennisgeving weinig menschen kwamen
teekenen. De Majoor van Politie van Leeuwen heeft de overige
belanghebbenden toen bezocht om de zienswijze te vragen. Spre
ker deelt vervolgens mede dat onlangs door iemand in deze
gemeente een zaak in sigaren is overgenomen, waaraan 2 auto
maten waren. De verkoop uit die automaten is van dien aard,
dat de rente van het kapitaal niet uit de winst betaald
tan worden De Zondagsverkoop is dus van geen beteekenis en
vanuit het publiek is ook geen aandrang gekomen voor de ver
ruiming. Uit sociaal oogpunt bezien, acht Spreker verruiming
ook bedenkelijk. Alhoewel hier weinig winkelpersoneel is,
moet men toch met dat personeel rekening houden. Voor een en
kelen keer zal een winkel eens op den Zondag bezocht worden,
doch daarvoor is deze verruiming niet noodig. Bovendien zijn
er geen dubbeltjes om te koopen, zoodat de omzet niet vergroot
zal worden door den Zondagsverkoop. Behalve dat Spreker om
principieele redenen tegen het voorstel van B. en W. zal stem
men, is hij er ook tegen op grond van het door hem naar voren
gebrachte.
De heer van den Berg merkt op dat in het voorstel van
B. en W. ondey a.b en c wel aangegeven is het aantal winke
liers, doch niet onder d en e het aantal winkeliers in fruit
en visch. Voorts zegt Spreker dat voor deze gemeente bestaat
een R.K. en een Chr.Handels-kantoor- en winkelbedienden \e r-
eeniging, welke vereenigin^Sêehoord hadden moeten worden.
Tenslotte dringt Spreker er nog op aan dat in den vervolge
de