11 October 193421}. Dit voorstel wordt verworpen met 11 tegen 4 stemmen. Vóór het voorstel stemden de heeren Mulder, Nooder, de Nies en van den Berg, als gevolg waarvan het voorstel van B. en W. zonder hoofdelijke stemming wordt aangenomen. 233.ONDERWIJS (1e afd. no.3718). De Voorzitter brengt hierna weer in behandeling de ontwerp verordening, regelende de normen, in acht te nemen bij toeken ning van vergoeding ingevolge art.13 der Lager Onderwijswet 1920. Spreker deelt mede dat de wet niet voorschrijft dat bepaalde normen moeten worden vastgesteld, doch de Wet schrijft wel im peratief voor dat steun moet worden verleend wanneer daartoe aanvraag wordt gedaan. B. en W. hebben het nu wenschelijk geacht algemeene normen vast te stellen. De heer de Bruijn vraagt of die normen zijn vastgelegd in de Wet of dat deze maar lukraak worden voorgesteld. De Voorzitter zegt dat een dergelijke verordening ook in an dere gemeenten geldt; de verschillende daarin voorkomende percen tage' s kunnen gewijzigd worden. De heer Endendijk stelt voor de vaststelling dezer verorde ning aan te houden, daar hij zich eerst nog eens op de hoogte wil stellen van de noodzakelijkheid tot het vaststellen van derge lijke normen of vergoedingen voor hen, die groote inkomens of vermogens hebben. Aldus wordt besloten. 234.ONDERWIJS (1e afdno3660/3664 Verzoeken van E.Reinsma en H.van Hilten inzake het verleenen eener tegemoetkoming als bedoeld in art.13 der L.O.V/et. Ter uitvoering van de bij het vorig punt aangeboden regeling stellen B. en W, voor aan Reinsma en van Hilten voornoemd, een vergoeding toe te kennen resp. groot SOfo en 30/° der vervoerkosten, welke kosten (abonnement per tram) per jaar 31>40 per persoon zullen bedragen. Deze vergoedingen zullen verschuldigd zijn vanaf de maand September 1934 tot aan de beëindiging van de leerplicht van de betrokken leerlingen. In verband met de beslissing op het vorig punt, stelt de Voorzitter voor toch een vergoeding toe te kennen, berekend naar de in de ontwerp-verordening opgenomen normen, aangezien een be slissing op deze verzoeken moet worden genomen. De heer Endendijk merkt op dat hij in de vorige vergadering heeft gevraagd of het niet mogelijk is, een oplossing te vinden, waarbij de betrokken kinderen te Soest een U.L.0,school zullen bezoeken. De Voorzitter deelt mede dat men de ouders niet kan ver plichten hunne kinderen naar een bijzondere U.L.0.school in Soest te zenden. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten een vergoe ding aan de betrokkenen toe te kennen naar den norm, opgenomen in voormelde ontwerp-verordening. Bij de begrooting kan dan weer op deze zaak worden teruggekomen. De heer Gasille vestigt er nog even de aandacht op dat het wenschelijk is in art. 5 der verordening te bepalen, dat de ver goeding wordt toegekend indien de ouders naast de in dat artikel vermelde vermogens geen andere inkomsten hebben. Spreker zegt voorts dat hem medegedeeld is dat P.J.Bartels te Soesterberg nog steeds een toelage ontvangt uit de gemeentekas voor huisonderwijs terwijl

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1934 | | pagina 426